H3 Resultaat analyse

H1 De handelsonderneming
1 / 22
next
Slide 1: Slide
BedrijfseconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

H1 De handelsonderneming

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

3.1 Resultaat voor-en na belasting
Omzet
Inkoopwaarde van de omzet -
Brutowinst (brutoverkoopresultaat)
Bedrijfskosten - 
Nettowinst 
NV / BV: vennootschapsbelasting
Eenmanszaak / VOF: inkomstenbelasting

Slide 4 - Slide

Resultaat presentatie voor-na belasting

Opbrengst/omzet
Inkoopwaarde omzet -
Overige bedrijfskosten - (excl. interest)
Bedrijfsresultaat
Financieringsresultaat +/-
Incidenteel resultaat +/-
Resultaat voor belasting
Belasting - 
Resultaat na belasting
Belasting
Vennootschapsbelasting (Rechtspersonen)
Inkomstenbelasting (eenmanszaak/VOF)

Slide 5 - Slide

Uitsplitsing nettowinst eenmanszaak / VOF
Nettowinst:
- Ondernemersloon
- Vergoeding eigen vermogen
- Bedrijfseconomisch resultaat (vergoeding ondernemersrisico)

wat zou de ondernemer voor dezelfde werkzaamheden in loondienst krijgen?
opofferingskosten voor het eigen vermogen

Slide 6 - Slide

brutowinstmarge / brutowinstopslag
Omzet
Inkoopwaarde van de omzet -
Brutowinst 
Bedrijfskosten - 
Nettowinst 
100%
 80%
 20%

Slide 7 - Slide

brutowinstmarge / brutowinstopslag
Omzet
Inkoopwaarde van de omzet -
Brutowinst 
Bedrijfskosten - 
Nettowinst 
120%
100%
 20%

Slide 8 - Slide


Bereken de verkoopprijs van een zitmaaier

Slide 9 - Open question


Bereken het begroot brutoverkoopresultaat (=brutowinst)

Slide 10 - Open question


Bereken de begrote nettowinst

Slide 11 - Open question

verwachte nettowinst 118.000
werkelijke nettowinst 150.000
mogelijke oorzaken:
1. verschillen in omzet
2. verschillen in inkoopwaarde
3. verschillen in bedrijfskosten

Slide 12 - Slide

3.2 Analyse van begrote-en gerealiseerde cijfers
Voorcalculatorisch <---------------> Nacalculatorisch
Verwacht, Begroot                                          Werkelijk, Gerealiseerd


Verschillenanalyse

Slide 13 - Slide

3.2 Analyse van begrote-en gerealiseerde cijfers
Verschillen ontstaan door:
  • Omzetverschil; door prijs en/of hoeveelheid
  • Inkoopwaarde verschil; prijs en/of hoeveelheid
  • Bedrijfskosten verschil; meestal absoluut verschil in bedrag (zijn vaak constante kosten dus alleen prijsverschil)

Slide 14 - Slide

Verwachte omzet € 840.000,-. Werkelijke omzet € 960.000,-. Verwachte inkoopwaarde € 600.000,-. Werkelijke inkoopwaarde € 680.000,-.
Wat kan het verschil verklaren? Verschillen in...
A
loonkosten en afzet
B
marketing en afschrijvingskosten
C
prijs en hoeveelheid
D
interestopbrengsten en inkoopprijs

Slide 15 - Quiz

Verwachte omzet € 840.000,-. Werkelijke omzet € 960.000,-. Verwachte inkoopwaarde € 600.000,-. Werkelijke inkoopwaarde € 680.000,-.
Moet de inkoper op het matje komen?

Slide 16 - Open question

Omzet stijgt met ( 960 - 840 ) / 840 x 100 = 14,3%

 Toegestane IWO; 1,143 x 600.000 = 685.800

Werkelijke inkoopwaarde is lager, dus inkoper heeft het 
goed gedaan

Slide 17 - Slide

Verschillenanalyse omzet
Verschil in omzet =
(begrote afzet x begrote verkoopprijs) -(werkelijke afzet x werkelijke verkoopprijs)

Slide 18 - Slide

Verschillenanalyse omzet
Hoeveelheidsverschil omzet =
begrote afzet x begrote verkoopprijs - werkelijke afzet x begrote verkoopprijs 
of begrote verkoopprijs x ( begrote afzet - werkelijke afzet ) 
nb als de uitkomst negatief is veroorzaakt dit een positief verschil (meer afzet dan begroot)

Prijsverschil omzet =
werkelijke afzet x begrote verkoopprijs - werkelijke afzet x werkelijke verkoopprijs
of werkelijke afzet x (begrote verkoopprijs - werkelijke verkoopprijs ) 
nb als de uitkomst negatief is veroorzaakt dit een positief verschil (hogere verkoopprijs dan begroot)

Slide 19 - Slide

Verschillenanalyse inkoopwaarde
Verschil in inkoopwaarde =
begrote afzet x begrote inkoopprijs - werkelijke afzet x werkelijke inkoopprijs


Slide 20 - Slide

Verschillenanalyse inkoopwaarde
Hoeveelheidsverschil inkoopwaarde =
begrote afzet x begrote inkoopprijs - werkelijke afzet x begrote inkoopprijs
of ( begrote afzet - werkelijke afzet ) x begrote inkoopprijs
nb als de uitkomst negatief is veroorzaakt dit een positief verschil (meer afzet dan begroot)

Prijsverschil inkoopwaarde =
werkelijke afzet x begrote inkoopprijs - werkelijke afzet x werkelijke inkoopprijs
of ( begrote inkoopprijs - werkelijke inkoopprijs ) x werkelijke afzet
nb als de uitkomst negatief is veroorzaakt dit een negatief verschil (hogere inkoopprijs dan begroot)

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Video