4 havo SGDC 2021-28

1 / 21
next
Slide 1: Video
duitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 21 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Video

Slide 2 - Slide

Was machen wir denn in Woche 14?
Montag
- Hausaufgaben besprechen
- Wörterliste 1 üben
-  arbeiten an PO Präsentation 
- Grammatik -> Adjektiv
- Christiane F lesen
Ziel
- jullie weten hoe je de juiste uitgang van het bijv. nw. vindt
- jullie kennen de woorden vanWörterliste 1

Slide 3 - Slide

Linker Spalte Wörterliste 1 nochmal kurz lernen
timer
3:00
danach üben wir die Wörter mündlich ...

Slide 4 - Slide

Beantworte die Fragen in ganzen Sätzen
1. Kannst du ... gut leiden?
2. Kennst du die Geschichte von Rotkäppchen?
3. Wie heißt dein engster Freund?
4. Was sagt man wenn jemand Geburtstag hat?
5. Bei welchem Fach klatscht du am meisten?
6. Sind ... und du gleichaltrig?
7. Hast du heute jemanden belügt?

Slide 5 - Slide

Antworten Aufgabe 4
1.  F
2. R
3. F
4. F
5. R
6. F

Antworten Aufgabe 5
1. B
2. A (3-5 is verwarrend: er staat 3 von 5)
3. B
4. Bij je eerste baan, omdat hier je sociale netwerk groeit. Je deelt werkgerelateerde interesses met je collega’s en je brengt veel tijd met elkaar door.

Slide 6 - Slide

Antworten Aufgabe 6
 
1. selten: kaum
2. loyal: treu
3. schrumpft: nimmt ab
4. aufrecht zu erhalten: zu pflegen
5. Die Crux: Die Schwierigkeit
6. Priorität: Vorrang
7. bereits: schon
8. engsten: innigsten

Slide 7 - Slide

Zeit für Vorbereitung von 
PO Landeskunde Präsentation
Wann?            in Woche 15 und 16 
Wie?                zu Zweit
Wie lange?    3-5 Minuten
Sprache?        Deutsch
Weging?         1x
 

Slide 8 - Slide

Das Adjektiv = het bijvoeglijk nw
Wat is een bijvoeglijk naamwoord?
Wat valt je aan het bijv. nw. in de zinnen hieronder op?
- Zij woont in een groot huis
- Bedoel je in dat grote huis op de hoek?

Slide 9 - Slide

dies- = deze                      jen-= die/dat                   jed-= elk     
manch-= sommige        welch-= welke                all-= alle

Slide 10 - Slide

An die Arbeit!
Was?       Auftrag 10 , Seite 166-167
Wie?        gemeinsam

Stap 1: wat is het geslacht?
Stap 2:  ontleden (omdat in opdr. 10 en 11 geen voorzetsels staan)
Stap 3: gaat het om een woord uit de der- of ein- Gruppe?
Stap 4: vul de goede uitgang in

Slide 11 - Slide

(Vor)lesezeit!
Wir Kinder vom Bahnhof Zoo  Christiane F.

Slide 12 - Slide

Was machen wir denn in Woche 14?
Mittwoch
- toets pww 2 retour
- Rückblick Adjektiv
- Wörter linker Spalte Seite 200 wiederholen
- Aussprache "g" üben
- Präpositionen wiederholen
- Auftrag 11, 17, 23, 24, 25, 27 selbständig machen
Ziel
Jullie kunnen de uitgangen van het bijv. nw. correct invullen. Jullie kennen de woorden van blz. 200. Jullie weten hoe je de "g" uitspreekt.

Slide 13 - Slide

Toets pww. 2 retour

Slide 14 - Slide

Wiederholung Wörter Seite 200 Beantworte die Fragen in ganzen Sätzen
1. Kannst du ... gut leiden?
2. Kennst du die Geschichte von Rotkäppchen?
3. Wie heißt dein engster Freund?
4. Was sagt man wenn jemand Geburtstag hat?
5. Bei welchem Fach klatscht du am meisten?
6. Sind ... und du gleichaltrig?
7. Hast du heute jemanden belügt?

Slide 15 - Slide

Das Adjektiv = het bijvoeglijk nw
Wat weet je nog van de uitleg van de vorige les?
Wat is nog onduidelijk?

Eventueel samen nog oefenen met opgave 11

Slide 16 - Slide

Aussprache "g" -> Aufgabe 20, Seite 172
  Dus: 
begin van woord/ lettergreep -> als in Engels "good"
 
eind van woord/ lettergreep -> als ch in ich 

Slide 17 - Slide

Präpositionen üben (herhaling vorig Kapitel)
Wie?    KNA beschreibt ein Zimmer und ihr  zeichnet was ihr hört

Slide 18 - Slide

Und? ähnelt (=lijkt) deine Zeichnung? 

Slide 19 - Slide

An die Arbeit!
Was?        machen: Auftrag 17, 23, 24, 25, 27  Seite 170-177
                  lernen: Wörter rechter Spalte Seite 200
                  PO vorbereiten
Wie?        alleine oder zu Zweit


Diese Aufträge sind Hausaufgaben für nächste Woche!

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide