toets

Opperhuid
Lederhuid
Waar in de huid bevinden zich de genoemde onderdelen? Kies uit lederhuid en opperhuid.
Hoornlaag
Korrellaag
Dode huidcellen
Haren 
Talgkliertjes
Zweetkliertjes
Bloedvaatjes
Tastlichaampjes
1 / 34
next
Slide 1: Drag question

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes.

Items in this lesson

Opperhuid
Lederhuid
Waar in de huid bevinden zich de genoemde onderdelen? Kies uit lederhuid en opperhuid.
Hoornlaag
Korrellaag
Dode huidcellen
Haren 
Talgkliertjes
Zweetkliertjes
Bloedvaatjes
Tastlichaampjes

Slide 1 - Drag question

Opperhuid
Lederhuid
Waar in de huid bevinden zich de genoemde onderdelen? Kies uit lederhuid en opperhuid.
Hoornlaag
Korrellaag
Dode huidcellen
Haren 
Talgkliertjes
Zweetkliertjes
Bloedvaatjes
Tastlichaampjes

Slide 2 - Drag question

hoe harder het water, hoe meer wasmiddel je nodig hebt
A
waar
B
niet waar

Slide 3 - Quiz

conditioner
Verf
Shampoo
Gel
Beschermen
Kleur
Reinigen
Vorm

Slide 4 - Drag question

Wasmiddelen bevatten stoffen die zorgen dat kalkdeeltjes uit water blijven zweven. Hoe heten deze stoffen?
A
Optisch witmiddelen
B
was actieve stoffen
C
waterontharders
D
zuurstofbleekmiddelen

Slide 5 - Quiz

De juiste Schoonmaakregel is
A
Werk van binnen naar buiten.
B
Werk van laag naar hoog.
C
Werk van schoon naar vuil.
D
Eerst sanitaire ruimtes schoonmaken daarna kamer.

Slide 6 - Quiz

Kies de juiste volgorde van handverzorging
A
Base coat, kleurlak, top coat, nagelriemen verzorgen, nagels vijlen
B
Nagels vijlen,nagelriemen verzorgen, base coat, kleurlak en top coat
C
Nagels vijlen, nagelriemen, top coat, base coat, kleurlak
D
Nagelriemen verzorgen, vijlen, lakken

Slide 7 - Quiz

Welke vijl gebruik je om je nagels korter te vijlen?
A
Kartonvijl
B
Polijstvijl
C
Diamantvijl

Slide 8 - Quiz

Waarvoor gebruik je
een POLIJSTvijl?
A
Oneffenheden onder de nagelrand weg halen
B
Kort en in vorm vijlen
C
Nagelplaat glad en glanzend te maken

Slide 9 - Quiz


Wat voor vijl is dit?
A
Diamantvijl
B
Kartonvijl
C
Polijstvijl
D
Zandvijl

Slide 10 - Quiz

welke antwoord is juist:
1. met de diamantvijl mag je niet zagen.
2. Met de zand/kartonvijl werk je de hoeken van de nagel af.
A
1. is juist 2.is onjuist
B
1. is onjuist 2. is juist
C
1 en 2 zijn beiden juist
D
geen 1 antwoord is juist

Slide 11 - Quiz

Als je in de zon ligt of buiten bent in de zon, krijg je UV-straling op je huid. Onder invloed van UV-straling maakt je huid ook een vitamine aan. Welke vitamine is dit?
A
vitamine A
B
vitamine B
C
vitamine C
D
vitamine D

Slide 12 - Quiz

Koppel de massagetechniek in de rechterkolom aan de omschrijving in de gele vakken.
Effleurage
Rotatie
Petrissage
ronddraaiende beweging
kneed-massage
strijkmassage

Slide 13 - Drag question

Wat voor soort cosmetica is dit?
A
Toiletartikel
B
Decoratief
C
Speciale verzorgende
D
Beschermend

Slide 14 - Quiz

Wat voor een soort cosmetica is dit?
A
Decoratief
B
Verzorgend
C
Bedekkend
D
Beschermend

Slide 15 - Quiz

Erzijn verschillende soorten cosmetica. Welke omschrijving van cosmetica is juist?
A
Cosmetica voor de hygiene zoals zeep en tandpasta
B
Reinigende cosmetica zoals masker en dagcreme
C
decoratieve cosmetica zoals reinigingsmilk en lotion
D
Verzorgende cosmetica zoals lippenstift en oogschaduw

Slide 16 - Quiz

Waar zorgt een detergent voor in een wasmiddel?
A
de was wordt schoon
B
de was wordt gebleekt
C
de kalk wordt uit het water gehaald
D
de was kan op lage temperatuur gewassen worden

Slide 17 - Quiz

Als ik wol ga wassen, op welke stand moet ik dan het centrifugeren zetten?
A
Normaal, hoog toerental
B
Lang, laag toerental
C
Kort, hoog toerental
D
kort, laag toerental

Slide 18 - Quiz

Wat is klamvochtig schoonmaken?
A
Stof en vuil afnemen met een natte doek.
B
Stof en vuil afnemen met een microvezeldoek
C
Stof en vuil afnemen met een goed uitgewrongen doek of met een geïmpregneerde doek.
D
Stof en vuil afnemen met een stuk keukenpapier.

Slide 19 - Quiz

katoen groeit aan een plant
A
waar
B
niet waar

Slide 20 - Quiz

Op een goede manier afscheid nemen van een klant is erg belangrijk. Onderstaande stappen horen bij het afscheid nemen.. Zet de zinnen in de juiste volgorde door de nummers naar de bijbehorende zin te slepen.
Maak een vervolgafspraak.
Geef een hand, groet de klant, begeleid de klant naar de deur en houd de deur voor de klant open.
Vraag of alles naar wens is geweest.
Reken af.
Geef de jas aan.
1
2
3
4
5

Slide 21 - Drag question

Wat is empathie/inlevingsvermogen?

A
Een emotie
B
Je kunnen verplaatsen in de gevoelens van een ander
C
Geen gevoelens hebben
D
Dat je altijd vrolijk bent.

Slide 22 - Quiz


Wat is de juiste volgorde van een oppervlaktereiniging?
1. Gezichtshuid reinigen
2. Lippen reinigen
3. Oogmake-up verwijderen
A
3 - 1 - 2
B
2 – 3 – 1
C
3 – 2 – 1
D
1 – 3 - 2

Slide 23 - Quiz

Wat is desinfecteren?

A
Besmetten van je klant
B
Het doden van bacteriën en schimmels
C
Hygiënisch werken
D
Er voor zorgen dat iemand niet ziek wordt

Slide 24 - Quiz

hard water kan kalkaanslag veroorzaken in de wasmachine
A
waar
B
niet waar

Slide 25 - Quiz



Effleurage bestaat uit langzame strijkbewegingen met je handen, waarbij je handen de huid licht aanraken.

A
Juist
B
onjuist

Slide 26 - Quiz

Ken jij de betekenis van de gevaarsymbolen? Sleep de juiste afbeelding naar de juiste uitleg.
Explosief
Ontvlambaar
Gassen onder druk
Giftig
Lange termijn gezondheidsgevaar
Corrosief

Slide 27 - Drag question

Welke laag van de opperhuid is NIET levend?
A
De basale cellaag
B
De korrellaag
C
De hoornlaag
D
De stekellaag

Slide 28 - Quiz

Bij EHBO zijn er 4 regels waaraan je je moet houden. Wat is geen regel van de EHBO?
A
Let op gevaar
B
Zorg voor deskundige hulp
C
Versleep het slachtoffer van de plaats waar hij ligt of zit.
D
Stel het slachtoffer gerust en zorg voor beschutting.

Slide 29 - Quiz

arbo
milieu
hygiëne
De apparatuur wordt voor en na de behandeling gedesinfecteerd.
De behandelstoelen en taboeretten zijn in hoogte verstelbaar.
Het afval wordt gescheiden ingezameld.

Slide 30 - Drag question

linnen wordt gemaakt van draadjes die door een rups zijn gemaakt
A
waar
B
niet waar

Slide 31 - Quiz

een wasetiket in kleding vertelt je onder andere, hoe je het kledingstuk moet wassen en strijken
A
waar
B
niet waar

Slide 32 - Quiz

Wat is het doel van warme compressen?
A
de poriën openen
B
je hoornlaag laten glanzen
C
je huid laten afkoelen
D
dat de klant het warm krijgt

Slide 33 - Quiz

Zijn deze vragen open of gesloten?
Welke hobby's heeft u?
Houdt u van een massage?
Hebt u een goede conditie?
Bent u bekend met de onze producten in de salon?
Hoe hebt u van onze jubileumactie gehoord?
open
gesloten
open
gesloten
open
gesloten
open 
gesloten
open 
gesloten

Slide 34 - Drag question