4.2 Volledige en onvolledige verbranding

4.2 Volledige en onvolledige verbranding
1 / 10
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 10 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

4.2 Volledige en onvolledige verbranding

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
  • Je leert het verschil tussen een volledige en onvolledige verbranding.
  • Je leert de gevaren van koolstofmono-oxide kennen.

Slide 2 - Slide

Deze les
  • Uitleg volledige en onvolledige verbranding
  • Filmpje koolstofmono-oxide
  • Maken 14, 15, 18
  • Optioneel extra oefenen reactievergelijkingen: 16+20

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Verbrandingen
  • Een verbranding is een reactie met zuurstof.
  • Als er voldoende zuurstof is, vindt er een volledige verbranding plaats.
  • Bij onvoldoende zuurstof, vindt er onvolledige verbranding plaats.

Slide 5 - Slide

Volledige verbranding

  • Als er voldoende zuurstof is, vindt er een volledige verbranding plaats.
  • Bij verbranding van een koolwaterstof (bijv. methaan, CH4), ontstaan altijd water en koolstofdioxide als producten.
  • Zichtbaar als een blauwe vlam.
  • CH4 + 2 O2 -> CO2 + 2 H2O

Slide 6 - Slide

Onvolledige verbranding

  • Als er onvoldoende zuurstof is, vindt er een onvolledige verbranding plaats.
  • Als producten ontstaan, naast water en koolstofdioxide, ook koolstofmono-oxide en roet (koolstof).
  • Zichtbaar als een gele vlam.

Slide 7 - Slide

Verbrandingsproducten
  • C verbranden geeft CO2 (onvolledig ook C en CO)
  • H verbranden geeft H2O
  • S verbranden geeft SO2
  • N verbranden geeft NO2 (onvolledig ook NO)
  • Metalen verbranden geven metaaloxides, bijv. FeO.

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Aan de slag
  • Maken 14, 15, 18
  • Optioneel extra oefenen reactievergelijkingen: 16+20

Slide 10 - Slide