Starttaal 2F: Thema 2 geld - hoofdstuk 1 lezen - les 2 (opdr. 9 tot en met 11)

Thema 2 geld

Hoofdstuk 1 - lezen

 2F deel A


1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Thema 2 geld

Hoofdstuk 1 - lezen

 2F deel A


Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Vorige les....
Heb je geleerd wat je doet als je een tekst intensief leest.
Heb je geleerd hoe een tekst ingedeeld is.
Heb je geleerd wat de functie van signaalwoorden is.
Heb je geleerd wat bedoeld wordt met samenhang in een tekst.


Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wat is intensief lezen??

Slide 3 - Mind map

Globaal:
Titel - inleiding - tussenkopjes - start en eind per alinea - slot - afbeeldingen.
(wat weet je zelf al?)

Intensief:
Elk onderdeel van de tekst.
Je denkt na over moeilijke woorden (vooruit/ terug lezen)
Je probeert te begrijpen wat er er staat door de 5W+H vragen te stellen.
Noem zoveel mogelijk
onderdelen van een tekst....

Slide 4 - Mind map

This item has no instructions

In de dierentuin heb ik veel dieren gezien. Eerst zagen we flamingo's en daarna de pinguïns.
A
Opsomming
B
Oorzaak-gevolg
C
Tegenstelling
D
Reden, verklaring

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Ik eet veel groente, maar spruitjes vind ik niet lekker.
A
Opsomming
B
Oorzaak-gevolg
C
Tegenstelling
D
Reden

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Mijn oom stond in de file, daardoor kwam hij te laat.
A
Opsomming
B
Oorzaak-gevolg
C
Tegenstelling
D
Reden, verklaring

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Het hotel was geweldig. De bedden lagen heerlijk en we hadden mooi uitzicht.
A
Opsomming
B
Oorzaak-gevolg
C
Tegenstelling
D
Reden, verklaring

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Ik ga naar de voorstelling, omdat ik de muziek geweldig vind.
A
Opsomming
B
Oorzaak-gevolg
C
Tegenstelling
D
Reden, verklaring

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Leerdoelen

  • Aan het einde van deze les:

  1. Weet je wat je kunt doen als je tijdens het lezen een tekst niet meer begrijpt.
  2. Weet je wat je kunt doen om de betekenis van een woord te achterhalen. 

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Geconcentreerd lezen - lees theorie 4 
Als je tijdens het intensief lezen de tekst niet meer begrijpt, kun je verschillende dingen doen:

- Herlees de tekst.
- Lees vooruit.
- Lees langzamer.

(maak opdracht 9)

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Woordbetekenis en tekstbegrip - lees theorie 5
Tijdens het intensief lezen kom je soms woorden of uitdrukkingen tegen die je niet kent. Dat hoeft geen probleem te zijn. Vraag je eerst af of je het woord of de uitdrukking nodig hebt om de tekst te kunnen begrijpen. Als het woord of de uitdrukking je tekstbegrip niet in de weg staat, kun je gewoon doorlezen.

Je kunt niet altijd gewoon doorlezen als je een woord of uitdrukking niet begrijpt. Soms is het noodzakelijk om de betekenis ervan te kennen. Als je zonder die betekenis de tekst niet goed begrijpt, moet je de betekenis achterhalen.

(maak opdracht 10)

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Beeldspraak - lees theorie 6 
Soms gebruikt een schrijver beeldspraak in zijn tekst. Beeldspraak is taalgebruik waarbij de schrijver een beeld gebruikt voor wat hij wil zeggen. Hij zegt dus niet letterlijk wat hij bedoelt. Spreekwoorden zijn een vorm van beeldspraak. Ook bij beeldspraak kun je zelf proberen de betekenis te achterhalen als je de tekst niet begrijpt.

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Beeldspraak - voorbeelden
Lachen als een boer met kiespijn.
Hij koos het hazenpad.
Een hoofd als een biet.
Soms lacht de het geluk je toe.
Een ongeluk zit in een klein hoekje.

maak opdracht 11

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Opdrachten
Studiemeter - ViaStarttaal online - 2F 
Oefeningen:
  • Geslacht ( 5 opdrachten )
  • Hun / zij ( 5 opdrachten )
  • Als / dan ( 5 oefeningen )
  • Jou - jouw / mij - mijn / me - mijn / u - uw ( 5 oefeningen )
  •  Als / dan ( 5 oefeningen )
  • Jou - jouw / mij - mijn / me - mijn / u - uw ( 5 oefeningen )


Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Evaluatie

Hoe is het gegaan?
Aan het eind van de les:
  • Weet je wat je kunt doen als je tijdens het lezen een tekst niet meer begrijpt.
  • Weet je wat je kunt doen om de betekenis van een woord te achterhalen. 

Slide 16 - Slide

This item has no instructions