This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Woordenschat
hyperbool, understatement, eufemisme
Slide 1 - Slide
Doel
Ik weet wat een hyperbool, understatement en eufemisme is
Ik kan bovenstaande stijlfiguren herkennen in een zin
Slide 2 - Slide
Stijlfiguren: eufemisme, understatement en hyperbool
- Stijlfiguren gebruik je om een gevoelswaarde aan je woorden te geven.
- Met stijlfiguren kun je overdrijven, iets afzwakken of een pijnlijke zaak wat verzachten
Slide 3 - Slide
Hyperbool
Als je overdrijft, gebruik je een hyperbool.
Voorbeeld:Hij barst van het geld.
Je bedoelt: Hij is rijk.
Slide 4 - Slide
Understatement
Als je iets afzwakt, gebruik je een understatement. Je zegt dat iets minder mooi, groot of belangrijk is dan in werkelijkheid.
Voorbeeld: Zij heeft wel een paar centen.
Je bedoelt: ze is rijk.
Slide 5 - Slide
Eufemisme
Bij een eufemisme zeg je iets zo dat het minder erg of hard overkomt, maar dat doe je dan om een pijnlijke situatie te verzachten en om te voorkomen dat je iemand kwetst.
Voorbeeld: Hij is helaas niet meer onder ons.
Je bedoelt: hij is overleden.
Slide 6 - Slide
Even testen
Welk stijlfiguur herken je in de volgende zinnen? (Het stijlfiguur is met hoofdletters geschreven)
Slide 7 - Slide
'Ik heb EEN KLEIN MAZZELTJE gehad', zei de winnaar van de jackpot.
A
eufemisme
B
understatement
C
hyperbool
Slide 8 - Quiz
Die film is echt OM JE DOOD TE LACHEN.
A
eufemisme
B
understatement
C
hyperbool
Slide 9 - Quiz
Het kost EEN PAAR CENTEN, maar dan heb je ook wat.
A
eufemisme
B
understatement
C
hyperbool
Slide 10 - Quiz
De overheid moet de komende jaren AFSLANKEN.
A
eufemisme
B
understatement
C
hyperbool
Slide 11 - Quiz
Hij heeft GEEN KLAP uitgevoerd voor de proefwerkweek.
A
eufemisme
B
understatement
C
hyperbool
Slide 12 - Quiz
Helaas moest Kees zijn oude hond Willem laten INSLAPEN.
A
eufemisme
B
understatement
C
hyperbool
Slide 13 - Quiz
'EEN LEUK KARRETJE', zei Hetty toen ze de Jaguar van Felix zag.
A
eufemisme
B
understatement
C
hyperbool
Slide 14 - Quiz
Mijn tante heeft voor één ochtend in de week een INTERIEURVERZORGSTER.
A
eufemisme
B
understatement
C
hyperbool
Slide 15 - Quiz
Opdracht
Woordenschat H2
Maak opdracht 2, 5 & 7. Als je het niet goed begrijpt, lees de theorie nog eens goed door.