Multimediale Producten maken

Multimediale Producten maken
1 / 23
next
Slide 1: Slide
Dienstverlening en ProductenMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 23 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Multimediale Producten maken

Slide 1 - Slide

Wat leer je?
  • hoe je een multimediaal product zelf maakt; een digitale poster, een app, een film en een website
  • je leert beeld, geluid en tekst te combineren

Slide 2 - Slide

Digitaal ontwerp
  • je leert wat communicatie is
  • je leert hoe je een digitaal ontwerp maakt
  • vormgeven van een poster, flyer, brochure en nieuwsbrief
  • je kunt werken met verschillende opmaaksoftware
  • je kunt een foto vrijstaand maken
  • je weet wat de vaktermen zoals 'broodtekst' en 'streamer' betekenen

Slide 3 - Slide

communicatie
  • alles wat je doet om een boodschap over te brengen op iemand anders
  • zender - ontvanger - boodschap
  • medium (ander communicatiemiddel) bijv. een kaartje

Slide 4 - Slide

Poster
Wat staat er op een poster?
  • naam evenement (feest/ optreden)
  • datum + plaats
  • optie: toegangsprijs/website
Poster moet opvallen: bijzondere kleuren, afbeeldingen of letters

Slide 5 - Slide

Flyer
  • A5 (zo groot als een schriftje)
  • gebruikt voor aankondiging evenement of actie
  • worden uitgedeeld bijv. op straat
  • je zet hier meer informatie op dan op een poster

Slide 6 - Slide

Folder of brochure
  • folder: gevouwen vel papier met info (to fold = vouwen)
  • reclame voor product of bedrijf

  • brochure: uitgebreider informatieboekje 
  • om veel informatie te vertellen
  • brochure wordt langere tijd bewaard

Slide 7 - Slide

vaktermen vormgeving
  • titel
  • intro                    : inleiding vd tekst
  • broodtekst       : doorlopende langere tekst, leesbaar : kern van je brochure
  • tussenkop        : gebruik je om de lezer naar de broodtekst te lokken
  • quote                  : "deze tekst is letterlijk door iemand gezegd"
  • streamer           : kort stukje uit de broodtekst; aandacht trekken 
  • bijschrift           : kun je bij een foto zetten, hoeft niet

Slide 8 - Slide

blok 2: internet en websites
  • www: world wide web
  • website: verzameling pagina's die bij elkaar horen
  • server
  • site : engels: plek

Slide 9 - Slide

Onderdelen website
  • homepage                            :  thuispagina / algemene pagina
  • menubalk/navigatiebalk: rij knoppen die verwijzen naar pagina's 
  • header                                      : bovenste gedeelte website
  • footer                                        : onderste gedeelte website
  • scrollbar                                  : verticale schuifbalk aan de rechterkant venster
  • sidebar                                     : zijbalk
  • hyperlink/link                        : verwijzing naar een andere webpagina
  • button                                      : knop op webpagina

Slide 10 - Slide

Doelen van een website

  • medium; om info door te geven
  • bezoeker gaat op eigen initiatief naar jouw website
  • bij je ontwerp moet je nadenken over je bezoekers -> wat zoeken zij en hoe zoeken zij?
  • Niet: wat heeft mijn bedrijf te bieden maar WEL -> wat zoekt mijn klant
  • Belangrijk: de website moet doen wat hij moet doen -> de bezoeker geven wat hij/zij zoekt

Slide 11 - Slide

Functionaliteiten 
  • Functionaliteit: dingen die je op een website kunt doen bijv: contactgegevens zoeken, foto's bekijken of een recensie achterlaten
  • Welke functionaliteiten moet jouw website hebben? 
  • Wat wil je met je website bereiken?
  • Uiteindelijk krijg je dan een lijst met functionaliteiten <-> een lijst met handelingen die je op je website kunt uitvoeren

Slide 12 - Slide

User stories







  • je moet denken vanuit de bezoeker
  • welke zoekvragen heeft de bezoeker van jouw website?
  • wat denkt de bezoeker dat  hij of zij op je website kan doen ?
  • werk met een user story: korte beschrijving (story) van wat een gebruiker (user) wil doen op de website
  • je knipt je website op in korte verhaaltjes

Slide 13 - Slide

domeinnaam
  1. 1e stap bij het maken van een website: vastleggen van een domeinnaam-> het internet adres van je website
  2. met een domeinnaam is je website vindbaar op het World Wide Web
  3. eerste stuk domeinnaam begint met www. 
  4. laatste stuk is bijvoorbeeld  .com / . org -> noem je extensie
  5. extensie .nl / . be tonen aan uit welk land de website komt
  6. via www.sidn.nl kun je bekijken of de domeinnaam nog beschikbaar is

Slide 14 - Slide

Software website
  • verschillende software waarmee je een website kunt bouwen
  • CMS: Content Management System: een systeem om de inhoud (content) van je website te organiseren
  • Mobirise = CMS ; voordeel je hoeft niet alles zelf te programmeren
  • Mobirise is gratis -> en redelijk gemakkelijk in gebruik
  • Nadelen gratis software : niet veel mogelijkheden
- soms staat er reclame bij
- geen eigen domeinnaam maar samengestelde www.mobirise.nl\je naam
  • betaalde software -> meer mogelijkheden

Slide 15 - Slide

navigatiebalk/menubalk
  • bovenkant website is altijd hetzelfde; logo linksboven in de header
  • header: je ziet meteen op welke website je zit / visitekaartje website
  • navigatiebalk/menubalk: rij knoppen die verwijzen nd pagina's op de website
  • header + navigatiebalk blijven op elke pagina hetzelfde
  • navigatiebalk/menubalk: 1e item is de homepage, laatste item is contact
  • alle items in het hoofdmenu zijn belangrijk
  • subpagina's: pagina's die onder een andere pagina zitten
  • drop-downmenu: een menu dat zich vanzelf uitklapt 

Slide 16 - Slide

Opmaak / Lay-out
  • indeling website is heel belangrijk
  • waar staat het menu?
  • waar komen de foto's 
  • maak eerst schetsen/tekeningen over de indeling van de pagina's 

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Video

WYSIWYG
?
  • veel programma's waarmee je webpagina's kunt vormgeven zijn heel makkelijk in het gebruik 
  • je kunt meteen het eindresultaat zien

Slide 19 - Slide

Widgets
  • widget: aanvulling of toevoeging op je website (extra software)
  • om bijv. een nieuwe functionaliteit aan je website toe te voegen zoals social media of een plattegrond
  • hier kun je via je CMS naar zoeken; vaak is deze gratis
  • widget van buitenaf wordt een plugin genoemd
  • widget: een van te voren gebouwde functionaliteit die je aan je website kunt toevoegen

Slide 20 - Slide

Apps
  • app = application
  • programma voor smartphone of tablet
  • apps vind je in een store (winkel)
  • appstore, google play en windows store

Slide 21 - Slide

Apps maken
  • 3 mogelijkheden
  • zelf programmeren
  • een app maker gebruiken : gemakkelijkste manier (GameSalad, AppMakr)->stappen volgen /gebruiksvriendelijk -> nadelen; app ziet er simpel uit en het kost geld
  • een app laten maken door een app ontwikkelaar -> duurste oplossing

Slide 22 - Slide

functionaliteiten en user stories voor apps


  • functionaliteit: een handeling die je met een app kunt uitvoeren
  • via touchscreen
  • gebruik een user story: korte beschrijving (story) wat de gebruiker (user) wil doen met de app

Slide 23 - Slide