De Nederlanden waren in de Spaanse tijd verdeeld in zeventien gewesten. Elk gewest was eigenlijk een klein landje met eigen regels en wetten. Elk gewest had een eigen stadhouder. De stadhouder moest zorgen voor orde en vrede in een gewest. Zij moesten de landvoogd gehoorzamen. Een bekende stadhouder is Willem van Oranje, hij was stadhouder van de gewesten Holland, Utrecht en Zeeland.