2.4 Risico's van beleggen

3 VMBO-T
2.4 Risico's van beleggen
1 / 27
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 3

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

3 VMBO-T
2.4 Risico's van beleggen

Slide 1 - Slide

Leerdoel:
In deze les leer je over de risico's en opbrengsten van beleggen in aandelen en obligaties.

Slide 2 - Slide

Doelen:
  • Je kan vertellen wat aandelen zijn
  • Je kan vertellen wat obligaties zijn
  • Je kan het verschil tussen een aandeel en een obligatie benoemen
  • Je kan vertellen wat dividend is

Slide 3 - Slide

Beleggen
Je kunt ook je geld beleggen i.p.v. op een spaarrekening zetten. 

Je steekt je geld dan bijvoorbeeld in aandelen, waarbij je verwacht dat ze meer waard zullen worden. 

Je kunt ook geld verliezen wanneer de koers gaat dalen. 

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Overzicht
Opbrengst aandelen:
Dividend, koersstijging (waardestijging) van een deel
Rendement obligaties:
Rente
Rendement
Opbrengst (= winst)
Rendement spaarrekening:
Rente

Slide 6 - Slide

Aandeel
Is een waardepapier waaruit blijkt dat iemand mede-eigenaar is van een bedrijf. 
Veel bedrijven geven aandelen uit. Waarom doen zij dit eigenlijk?


Slide 7 - Slide

Slide 8 - Link

De koers van aandelen
De koers kan omlaag gaan, dan maak je verlies.
De koers kan omhoog gaan, dan maak je winst.

Slide 9 - Slide

Winst maken op aandelen

Je kunt op 2 manieren winst maken op aandelen
- dividend (dit krijg je uitgekeerd als het bedrijf aan het einde van het jaar winst gemaakt heeft. Bij verlies geen dividend!) 
- door je aandeel voor een hoger bedrag te verkopen dan dat je er zelf voor betaald hebt. 

Slide 10 - Slide

Je bekijkt van enkele bedrijven de aandelen. Van welke bedrijven zijn de aandelen gedaald?
A
Ahold en Ajax
B
Ajax, KPN en Ahold
C
Ahold en ING Groep
D
Kpn en ING Groep

Slide 11 - Quiz

Stel je hebt op maandag €1000 euro aandelen gekocht bij KPN. Hoeveel zijn je aandelen dan waard op vrijdag?
A
992
B
1080
C
920
D
1008

Slide 12 - Quiz

Had je in een week net zo veel kunnen verdienen met een spaarrekening?
A
Ja
B
Nee

Slide 13 - Quiz

Jamie koopt aandelen Unilever. De aankoopprijs is € 4.400 en de koers van het aandeel is € 22. Na verloop van tijd krijgt hij € 0,85 dividend per aandeel. Hoeveel aandelen heeft Jamie gekocht?

Slide 14 - Open question

Je hebt net berekend hoeveel aandelen Jamie gekocht heeft. Als hij € 0,85 dividend per aandeel krijgt. Hoeveel dividend krijgt hij dan op zijn aandelen?
A
€ 150
B
€ 170
C
€ 235
D
€ 850

Slide 15 - Quiz

Beleggingsfonds
  • Bijna elke grote bank heeft een eigen beleggingsfonds.
  • Je kunt hier aandelen van kopen. 
  • Je geld wordt verdeeld over allerlei aandelen. 
  • Je loopt hierbij minder risico.
  • Mensen met verstand van aandelen, beleggen dan voor jou. 

Slide 16 - Slide

Je hebt:
50 aandelen aandelenfonds
30 aandelen aandelen Mixfonds
100 aandelen Obligatiefonds
40 aandelen Novibfonds
Hoeveel dividend ontvang je?

Slide 17 - Open question

Obligaties
  • Als je in obligaties belegt, leen je geld uit aan een onderneming of de overheid. 
  • Je krijgt jaarlijks vaste rente, en je krijgt je geld aan het eind van de looptijd terug. 
  • Je kunt ze voor die tijd wel verkopen, dan krijg je de waarde van dat moment. 
  • Met obligaties loop je minder risico. 

Slide 18 - Slide

Obligatie= schuldbewijs
Kenmerken?
1. hoger rente percentage dan
    bij een spaarrekening
2. weinig risico
3. grote lening opgedeeld in
     kleine obligaties (leningen)

Slide 19 - Slide

Je hebt voor €5000 4,5% obligaties. Hoeveel rente krijg je jaarlijks?

Slide 20 - Open question

Wat gebeurt er na 7 jaar met je obligaties?

Slide 21 - Open question

Waarom lopen obligatiehouders minder risico dan aandelenhouders?

Slide 22 - Open question

Opdracht / huiswerk:

Maak de opgaven van paragraaf 2.4. 

3-4-6-7 en 10

Slide 23 - Slide

Wat heb je geleerd?

Slide 24 - Slide

Tijdens deze les heb je geleerd: 

Slide 25 - Slide

Tijdens deze les heb je geleerd: 

Slide 26 - Slide

Tijdens deze les heb je geleerd: 

Slide 27 - Slide