7. Les 14-09-2020

English lesson - 
1 / 25
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

English lesson - 

Slide 1 - Slide

Lesson Plan
Grammar Past Simple
Exercises

Slide 2 - Slide

Les doel
 Je weet hoe je de Past Simple (verleden tijd) kan maken en toepassen
Je kunt gewone zinnen maken in de Past Simple

Slide 3 - Slide

Past simple

Slide 4 - Slide

The Past Simple-verleden tijd
Bij regelmatige ww                     Bij onregelmatige ww
altijd het hele WW + ed

Je gebruikt de Past Simple als je zeker 
weet dat iets in het verleden gebeurd is
en nu afgelopen is.

2e rij (Past Simple)

Slide 5 - Slide

Past simple- gewone verleden tijd

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Past Simple - Signal word
In Dutch signal words are called 'signaal woorden'  

These word help you to see if something happened in the past
  • yesterday
  • last week
  • ten minutes ago
  • in 2007

Slide 8 - Slide

Past Simple
De Past Simple maak je door -ed achter het hele werkwoord (regular)te zetten.  

I remember / I remembered
We talk / We talked
I walk / I walked
He plays / he played

Slide 9 - Slide

Past Simple - Regular verbs

LET OP:

Als een werkwoord eindigt op een medeklinker + -y, dan verandert de -y in -ie:

  • I carry - I carried

Let op, er verandert niets als het werkwoord eindigt op klinker + -y:

  • I play - I played

Als een werkwoord eindigt op -e, dan komt er in de past simple alleen een -d achter:

  • I live - I lived

In de past simple wordt de laatste medeklinker verdubbeld als er één klinker voor staat:

  • I drop - I dropped

Slide 10 - Slide

Past simple of
to talk?
A
talks
B
talking
C
talked
D
tolk

Slide 11 - Quiz

Past Simple of
to work?
A
works
B
worked
C
working
D
workedd

Slide 12 - Quiz

Past Simple of
to cycle?
A
cycleed
B
cycleded
C
cycled
D
cycle

Slide 13 - Quiz

Past Simple of
to try?
A
tried
B
tryded
C
tryed
D
trieded

Slide 14 - Quiz

Past Simple
of to change?
A
changed
B
changes
C
changing
D
changeed

Slide 15 - Quiz

Past Simple
of to play?
A
playd
B
played
C
plaid
D
plait

Slide 16 - Quiz

Voorbeelden: Past Simple
  1.  I talked to Jim this morning. (to talk)
  2. We watched the match yesterday. (to watch)
  3. She played with her brother. (to play)
  4. Last week, they walked towards the forest.(to walk)
  5. I laughed so loud that everybody could hear it. (to laugh)

Slide 17 - Slide

Past Simple - Irregular verbs
There are no rules for the irregular verbs, you just have to learn them by heart
make-made
go-went
see-saw

Slide 18 - Slide

Wat is de verleden tijd van het onregelmatig werkwoord 'to choose'?

Slide 19 - Open question

Wat is de verleden tijd van het onregelmatig werkwoord 'to break'?

Slide 20 - Open question

Wat is de verleden tijd van het onregelmatig werkwoord 'to eat'?

Slide 21 - Open question

Go to page 213 of your textbook...
Let's practise with the irregular verbs till to hear
de 2e vorm is de verleden tijd
to drink- drank - drunk- drinken

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Link

Thanks for your attention









Slide 24 - Slide

Slide 25 - Video