Communicatie

Communiceren
1 / 15
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Communiceren

Slide 1 - Slide

De functies van Taal
- Communicatieve functie
Om met elkaar in gesprek te gaan
- Conceptualiserende functie
Om de werkelijkheid duidelijk te maken
- Expressieve functie
Om je gevoelens te uiten. 

Slide 2 - Slide

Communicatief
Jezelf verwoorden door gebruik te maken van taal. 

"Ik vind dat geen mooie trui"
"Ik ben van mening dat we later moeten beginnen met de training" 

Slide 3 - Slide

Conceptualiserend
De wereld om je heen duidelijk maken met woorden.

Slide 4 - Slide

Expressief
Je emoties uiten aan een ander of jezelf.

Slide 5 - Slide

Ik kan altijd goed in woorden iets uitleggen
Ja
Nee

Slide 6 - Poll


Slide 7 - Open question


Slide 8 - Open question

Communiceren is niet altijd even makkelijk. Er is best veel nodig voordat je elkaar in enige mate kan begrijpen. Een brede woordenschat is daarom belangrijk. 

Sommige dingen, zoals kleuren en smaak, zijn (bijna) onmogelijk te beschrijven zonder het originele label te gebruiken. 

Slide 9 - Slide

Veranderingen in Taal

Slide 10 - Slide

Digi-taal
Afkortingen: IDK, WSS, IDC, HVJ, OMG, LOL
Letter weglaten: Lache, Boeie
Fonetische spelling: Jonguh
Vervanging van cijfers: suc6, w8, 
Herhaling: superrr, megaaaa, tochhh, gozerrr

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Non-verbale communicatie

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

Slide 15 - Video