6.4

        Wat weet je al?
1 / 10
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 10 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

        Wat weet je al?

Slide 1 - Slide

Wie meer heeft, betaalt ook meer
Een hoger inkomen = meer draagkracht.

Volgens het draagkrachtbeginsel betaal je
meer belasting als je meer inkomen hebt.
Een progressief belastingtarief hoort bij het draagkrachtbeginsel.





Slide 2 - Slide

Draagkrachtbeginsel en heffingskorting


Sommige heffingskortingen zijn een gevolg van het draagkrachtbeginsel. 
De draagkracht van AOW’ers bijvoorbeeld is vaak wat minder. Daarom krijgen zij een extra heffingskorting.

Slide 3 - Slide

Beginselen
Beginselen: De belastingen die de overheid heft, gaan volgens bepaalde principes, oftewel "beginselen".

  • Draagkrachtbeginsel: Dit betekent dat de "sterkeren" meer bijdragen aan belastingen. Dus met een hoger inkomen betaal je meer % belasting (bijv: inkomstenbelasting)
  • Profijtbeginsel: Je betaalt belasting op het moment dat je ergens gebruik van maakt ( bijv: autobezitters die motorrijtuigenbelasting betalen)

Slide 4 - Slide

Solidariteitsbeginsel
Iedereen met een inkomen staat een deel ervan af voor mensen zonder inkomen of met een laag inkomen.

Dit zorgt voor een redelijke verdeling van de welvaart.
Voorbeelden van het solidariteitsbeginsel:
  • sociale verzekeringen
  • inkomenssteun zoals de zorgtoeslag en de huurtoeslag

Slide 5 - Slide

Belasting op personenauto's
Als je een nieuwe auto koopt dan 
betaal je over de prijs btw. Daarnaast
betaal je ook bpm. Hoeveel dit is, is
afhankelijk van de CO2 uitstoot.
Daarnaast betaal je ook wegenbelasting
(motorrijtuigenbelasting)



Slide 6 - Slide

Opzettelijk geen belasting betalen
Via de belasting betalen we samen de collectieve voorzieningen.

Wie opzettelijk te weinig belasting betaalt, doet aan
belastingontduiking of belastingfraude.

Belastingontduiking
  • is strafbaar
  • kan leiden tot meer belastingontduiking
  • kost de overheid naar schatting € 22 miljard per jaar = ongeveer net zoveel als wat de overheid jaarliks uitgeeft aan basis- en VO onderwijs.




Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Maken van 6.4 de opdrachten 2 t/m 10.
Daarmee klaar?
Dan begin je aan de herhaling van 6.4
Vergeet niet om vragen te stellen.
Nu liever heel veel vragen
dan een onvoldoende op
je SE!!!

Slide 9 - Slide

Maken herhaling 6.3

Maken 6. 4 opdrachten 2 tot en met 10

Slide 10 - Slide