What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Nederlands 3 mavo werkwoordspelling herhaling
Nederlands 3 mavo herhaling werkwoordspelling
1 / 34
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
This lesson contains
34 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
30 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Nederlands 3 mavo herhaling werkwoordspelling
Slide 1 - Slide
De ... (verbazen) man zat achter in de klas te kijken naar de geweldige docent.
Slide 2 - Open question
De ... (blaffen) hond trok aan de lijn.
Slide 3 - Open question
Ik (waxen) mijn benen gisteravond.
Slide 4 - Open question
De buren hebben hun eigen truien (breien)
Slide 5 - Open question
Hoe oud (worden) je tante morgen?
Slide 6 - Open question
De (vergroten) foto hangt aan de muur.
Slide 7 - Open question
Schrijf zoveel mogelijk voltooide deelwoorden op.
Slide 8 - Mind map
Het gebeur... regelmatig dat men fouten maakt in werkwoordspelling.
A
gebeurd
B
gebeurt
C
gebeurdt
D
gebeurdde
Slide 9 - Quiz
Weet je wel wat het beteken.... als je werkwoordspelling echt beheerst!
A
betekend
B
betekent
C
betekende
D
betekente
Slide 10 - Quiz
Aan het begin van het jaar (besteden, vt) we veel tijd aan werkwoordspelling.
A
besteden
B
besteede
C
besteedden
D
besteeden
Slide 11 - Quiz
Kies het juiste werkwoord:
"Het vliegtuig ..."
A
land
B
landt
C
lant
Slide 12 - Quiz
Engelse werkwoorden
hoe schrijf je het volgende werkwoord in de hij-vorm, vt: barbecueën
A
barbecuedde
B
barbecuede
C
barbecuete
D
barbecuette
Slide 13 - Quiz
Toen hij gisteren niet (antwoorden) (verzuchten) ik dat ik er nu echt klaar mee ben.
A
antwoorde- verzuchtte
B
antwoordde, verzuchtte
C
antwoordde-verzuchte
D
antwoorde-verzuchte
Slide 14 - Quiz
(Worden) je ook zo gek van dat wachten?
A
Word
B
Wordt
Slide 15 - Quiz
(Worden) je broer ook zo gek van dat wachten?
A
Word
B
Wordt
Slide 16 - Quiz
Ik (vermoeden) dat jij dat ook niet echt grappig (vinden).
A
vermoet, vind
B
vermoedt, vindt
C
vermoed, vindt
D
vermoed, vind
Slide 17 - Quiz
Ik (vermoeden) dat jij dat ook niet echt grappig (vinden).
A
vermoet, vind
B
vermoedt, vindt
C
vermoed, vindt
D
vermoed, vind
Slide 18 - Quiz
De (vermissen) sleutels waren snel weer terecht.
A
vermiste
B
vermistte
Slide 19 - Quiz
Het armbandje was niet van goud, maar (vergulden).
A
vergult
B
verguld
C
verguldt
Slide 20 - Quiz
Hij kreeg zijn (verdienen) loon
A
verdiende
B
verdiendde
Slide 21 - Quiz
Ik heb de afgelopen weken bijna niets (verdienen).
A
verdient
B
verdiend
C
verdiendt
Slide 22 - Quiz
Er zijn drie vragen die je moet stellen om te weten welke regels je moet gebruiken. Schrijf ze in de juiste volgorde onder elkaar.
Slide 23 - Open question
Wat is het verschil tussen de stam en de ik-vorm?
Slide 24 - Open question
Geef een voorbeeld van het verschil tussen de stam en de ik-vorm van een werkwoord.
Slide 25 - Open question
Het ... geld wordt geschat op enkele tonnen. (besteden)
A
besteedde
B
besteedden
C
bestede
D
besteden
Slide 26 - Quiz
Hij heeft te veel tijd aan zijn hobby’s besteed, waardoor hij zijn studie heeft verwaarloos... (verwaarlozen)
A
d
B
t
C
dt
D
dd
Slide 27 - Quiz
Aan de horizon onderschei ... de stuurman duidelijk twee boortorens. (onderscheiden)
A
d
B
t
C
dt
D
dd
Slide 28 - Quiz
Ik geloof niets van wat je me daar vertel... (vertellen)
A
d
B
t
C
dt
D
dd
Slide 29 - Quiz
Voor de feestdagen braa... mijn moeder een kallkoen. (braden)
A
d
B
t
C
dt
D
dd
Slide 30 - Quiz
Het is niet verstandig van hem dat hij zijn dochter zo verwen... (verwennen)
A
d
B
t
C
dt
D
dd
Slide 31 - Quiz
Doordat het op het perron zo toch...e, heeft ze waarschijnlijk kougevat. (tochten)
A
d
B
t
C
tt
D
dd
Slide 32 - Quiz
De ... foto hangt nu al vijf weken in de hal, maar niemand ziet hem.
A
vergrootte
B
vergroote
C
vergroten
D
vergrote
Slide 33 - Quiz
Afronding:
Je kunt een pv in de tt schrijven
- Leg uit
Je kunt een pv in de vt schrijven
- Leg uit
Je kunt een voltooid deelwoord correct schrijven
- Leg uit
Je kunt een bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord correct schrijven
- Leg uit
Slide 34 - Slide
More lessons like this
werkwoordspelling referentieniveau
October 2017
- Lesson with
14 slides
Middelbare school
Spelling en formuleren V4 les 2
January 2021
- Lesson with
16 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
werkwoordspelling tt en vt quizje
October 2019
- Lesson with
26 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Werkwoordspelling les vrijdag 20/1
January 2023
- Lesson with
12 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Werkwoordspelling
March 2024
- Lesson with
11 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
Werkwoordspelling
June 2024
- Lesson with
11 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
Werkwoordspelling
October 2022
- Lesson with
11 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
Spelling 1.9 en 2.9 herhalen
December 2021
- Lesson with
15 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1