Jongerenculturen

Les 5 culturele revolutie : jongerenculturen
1 / 24
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Les 5 culturele revolutie : jongerenculturen

Slide 1 - Slide


Kenmerkende aspecten:
toenemende westerse welvaart

Begrippen

  • popmuziek
  • jeugdculturen:
  •      Nozems 
  •      provo's
  •      hippies
  •      punkers
  •      krakers
  •      rappers
  •      gabbers

Waardoor veranderden de maatschappelijke verhoudingen in Nederland van 1948-2008?

Slide 2 - Slide

Herhaling 

Slide 3 - Slide

Stelling: de verzorgingsstaat was o.a. het gevolg van geloof in een maakbare samenleving
A
juist
B
onjuist

Slide 4 - Quiz

oorzaken ontstaan jongerenculturen
  • Jongeren hebben beschikking over meer vrije tijd (omdat ze bijv. minder hoeven bij te dragen aan gezinsinkomen)
  • Jongeren hebben meer geld en gaan zelf consumeren en willen zich onderscheiden van hun ouders. (meer zakgeld, hoger jeugdloon)
  • Een deel van de jongeren volgt steeds langer onderwijs. (gezinsleven minder belangrijk, grotere afstand tot lager opgeleide ouders).
  • De babyboomers hebben de crisisjaren en de oorlog niet meegemaakt, zij staan anders in het leven dan hun ouders. 
  • Popmuziek uit Engeland en de VS geeft jongerencultuur een boost.
  • (Demografie: Er ZIJN ook heel veel jongeren, dus ze vormen een machtsfactor.)

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Nozems
  • jaren '1950
  • Nederlandse Onderdaan Zonder Enige Moraal.
  • Werkende jeugd
  •  Vrijheid en lol maken.
  • Gekleed in spijkerbroek  leren jas, suikerspinkapsel.
  • Brommers
  • rock-'n-roll

Slide 7 - Slide

Provo
  • Amsterdam, midden jaren '1960
  • organiseren 'ludieke' acties uit verzet tegen burgerlijke consumptiemaatschappij.
  • Tegen autoriteit, dus tegen de monarchie.
  • Eisen meer inspraak
  • 'witte fietsenplan' : A'dam autovrij maken.
  • verklaart zichzelf dood in 1967

Slide 8 - Slide

Hippies
  • Ca 1965 - 1975
  • Tegen kapitalisme
  • Samenleven met de natuur
  • Drugs, liefde, seks. 'Make love, not war'
  • Zoeken confrontatie niet (anders dan provo)
  • Muziekfestival 'Woodstock' 1969

Slide 9 - Slide

Punk en kraak

  • ca 1977 - 1988
  • Tegen de overheid en autoriteit
  • ¨Fuck the state¨ 
  • somber over de toekomst, groeit op in crisisjaren
  • Krakers bezetten leegstaande panden om woonruimte op te eisen

Tegen de regering 
¨Fuck the state¨ 
en somber over de toekomst

Slide 10 - Slide

Rap
  • In de Verenigde Staten zetten Afro-Amerikaanse jongeren zich met rapmuziek af tegen het racisme in hun omgeving.
  • Later verheerlijking straatcultuur 
  •  Ook in Nederland werd rap vanaf de jaren 1990 een toonaangevende jeugdcultuur.  

Slide 11 - Slide

Gabbers
  • de jaren 1990
  • Gabbers wilden uit hun dak gaan voordat het 'echte' saaie, verantwoordelijke leven zou beginnen: a-politiek
  • Grote party's die de hele nacht doorgingen, vaak met gebruik van xtc of speed.
  • Droegen trainingspakken met sneakers, jongens meestal kaalgeschoren, meisjes scheerden vaak de zijkant van hun haar af.

Slide 12 - Slide

quizvragen 

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

Welke jongerencultuur is in het voorgaande fragment te zien?
A
Hippies
B
Nozems
C
Provo's
D
Punkers

Slide 15 - Quiz

Waar staan de jeugdculturen in de juiste chronologische volgorde?
A
nozems, gabbers, punk, rap
B
provo's, nozems, hippies, rap
C
punk, nozems, provo's, rap
D
nozems, hippies, punk, gabbers

Slide 16 - Quiz




Welk kenmerk hoort bij de punkers?
A
Een hanenkam
B
Harde, snelle gitaarmuziek
C
'Fuck the state'
D
Alle genoemde kenmerken horen bij de punkers.

Slide 17 - Quiz

Wie wilden de samenleving niet veranderen?
A
Hippies
B
Gabbers en Nozems
C
Provo's
D
Punkers en krakers

Slide 18 - Quiz

maken examenvragen
vraag 4 en 7

Slide 19 - Slide

video uitleg
Wat is gabber?

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Video

JEUGDCULTUREN IN NEDERLAND
Wat zijn jeugdculturen?
Nozem's, Provo's & Hippies

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Link

maken examenvragen

Slide 24 - Slide