schrijfopdracht 1km1 les 2

Schrijven
Formeel en informeel
Publiek, paragraaf 5 blz. 120
1 / 17
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Schrijven
Formeel en informeel
Publiek, paragraaf 5 blz. 120

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Ga zitten en begin met lezen
timer
10:00

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Doel van de les
Aan het einde van deze les kan je een schrijfopdracht maken met behulp van een stappenplan.

Slide 3 - Slide

Introduceer het doel van de les en leg uit wat leerlingen aan het einde van de les zullen kunnen doen.
Programma

5 minuten start
10 minuten lezen
15 minuten stappenplan schrijven
5 minuten oefenen
5 minuten afsluiten

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Luisteren 
Wat:  lees je boek
Hoe: in stilte, maak aantekeningen
Tijd: 10 minuten
Hulp: geen
Uitkomst: beginnetje van je boek
Klaar: schrijfopdracht

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Wat doe je voor je begint met schrijven?

Slide 6 - Mind map

This item has no instructions

stappenplan schrijven
Stap 1: kies je onderwerp en een leesdoel
Stap 2: teken een mindmap
Stap 3: schrijf een inleiding
Stap 4: schrijf een middenstuk
Stap 5: schrijf een slot
Stap 6: schrijf een titel
Stap 7: controleer of iedere zin een persoonsvorm en onderwerp heeft
Stap 8: controleer of iedere zin actief is

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

stap 1: kies een tekstdoel op
1) informeren 
2) vermaken
3) overtuigen
4) overhalen

TIP: voor wie schrijf ik? (formeel/informeel)

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Stap 2: mindmap maken

  • Bedenk wat je onderwerp is,
  • maak een mindmap met het onderwerp in het midden,
  • geef antwoord op wie, wat, waar, wanneer, waarom en hoe

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Voorbeeld ingevulde mindmap

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Onderwerp schrijfopdracht
Schrijf een kort verhaal van 300 woorden. Je kunt kiezen uit twee onderwerpen:

* wat je hebt gedaan op vakantie
* een gekke situatie, het ergste dat je ooit hebt meegemaakt

Gebruik het stappenplan.

Slide 11 - Slide

Leg uit waar een titel aan moet voldoen en geef tips voor het kiezen van een goede titel.
Opdracht: een tekst van 300 woorden schrijven
Wat: kies onderwerp + tekstdoel + voor wie 
Hoe: je mag overleggen met je buurman/buurvrouw
Hulp: Kies uit: hoe ik mijn vakantie heb gevierd
OF:  het gekste dat mij is overkomen
Tijd: 5 minuten
Resultaat: stap 1 stappenpland
Klaar: wacht op de rest
timer
5:00

Slide 12 - Slide

Geef leerlingen de keuze uit de twee onderwerpen en leg deze kort uit.
Opdracht: een tekst van 300 woorden schrijven
Wat: teken een lege mindmap zoals in het stappenplan 
daarna invullen met jouw onderwerp
Hoe: in stilte
Hulp:  kijk in het stappenplan voor een voorbeeld
Tijd: 10 minuten
Uitkomst: stap 2 stappenplan
Klaar: begin met schrijven

timer
15:00

Slide 13 - Slide

Geef leerlingen de keuze uit de twee onderwerpen en leg deze kort uit.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 14 - Open question

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 15 - Open question

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 16 - Open question

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.
Huiswerk
Schrijfopdracht 300 woorden
Eind van de week af
Haal je boek op in mediatheek

Slide 17 - Slide

This item has no instructions