Les 4, herhalen D + leren SO (26-03) 2vwo

1 / 22
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 22 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 100 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide


Pak je werkboek (open op blz. 22), aantekeningenschrift (open op tafel) en etui.
Ga lezen in je Nederlands boek, leren voca. A+B, woordzoeker

Huiswerkcontrole -> ex. 16BC, 17ABC, 18

Aujourd'hui, c'est mercredi
H2B / A2A / G2A

Slide 2 - Slide

Startopdracht gram. D:
Beantwoord de vragen en maak de zin ontkennend met de onderstreepte werkwoorden (schrijf het in je schrift)
1) Elle reste chez elle? Non, elle (niet meer) .................... chez elle.
2) Ils aiment un film? Non, ils (nooit) ................... un film.
3) Vous mangez au restaurant? Non, vous (nog niet) ........... au restaurant.

Niet meer = ne ... plus
Nooit = ne ... jamais
Nog niet = ne ... pas encore
Klaar? Ga verder met waar je mee bezig was.

Slide 3 - Slide

Startopdracht gram. D:
Beantwoord de vragen en maak de zin ontkennend met de onderstreepte werkwoorden (schrijf het in je schrift)
1) Elle reste chez elle? Non, elle (niet meer) ne reste plus chez elle.
2) Ils aiment un film? Non, ils (nooit) n'aiment jamais un film.
3) Vous mangez au restaurant? Non, vous (nog niet) ne mangez pas encore au restaurant.

Niet meer = ne ... plus
Nooit = ne ... jamais
Nog niet = ne ... pas encore
Klaar? Ga verder met waar je mee bezig was.

Slide 4 - Slide

Le programme:
- herhalen gram D. -> de ontkenning
- huiswerk bespreken
- oefenstencil / leren 

Slide 5 - Slide

Les buts (leerdoelen):
- Aan het einde van de les kun je de ontkenning toepassen in opdrachten
- Aan het einde van de les heb je een start gemaakt met het leren voor het SO

Slide 6 - Slide

Est-ce que tout le monde est présent?
- Zijn we compleet? Wie missen we?

Slide 7 - Slide

Grammaire D
  • De ontkenning

Wat weet je nog? Waar moest je opletten? Welke vormen zijn er?
timer
0:10

Slide 8 - Slide

Samenvatting:
Vormen van de ontkenning:





Ontkenning staat altijd om werkwoord (persoonsvorm)
Let op: Elle n'aime plus le chocolat 
-> klinkerbotsing -> ne wordt n'
ne ... pas
niet / geen
ne ... plus
niet meer
ne ... rien 
niets
ne ... pas encore
nog niet

Slide 9 - Slide

Huiswerk bespreken:
Ouvre le livre à la page 22

Pak een rode of groene pen, zodat je de opdrachten kunt nakijken.

Les devoirs = ex. 16BC, 17ABC, 18

Slide 10 - Slide

Questions?

Slide 11 - Slide

Au travail:
Quoi (wat)? Maak het opdrachtenblad over de ontkenning (gram. D)
Comment (hoe)? Individuellement ou ensemble en 2 (fluisteren)
Prêt (klaar)? Ga leren voor het SO van a.s. woensdag

Slide 12 - Slide

Antwoorden oefenblad:

Slide 13 - Slide

Blooket voca. A+B
Afspraak:
- gebruik je eigen naam

https://dashboard.blooket.com/set/6246a9a22d4b22dbd3e5e807


Winnaar krijgt napoleon

Slide 14 - Slide

Les devoirs (huiswerk):
- Leren voor het SO van woensdag

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide