Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 1
This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
De vikingen vallen aan
800- 918 na Chr.
Slide 1 - Slide
nakijken
blz 32 van je werkboek
blz 86 van je leesboek
opdrachten: 1,2,4,6 en 7
Slide 2 - Slide
Tijd van monniken en ridders (500 - 1000)
In het wit zie je een helm, zoals ridders die droegen. Op de achtergrond zie je een deel van een klooster. Ridderschap en de christelijke kerk horen bij de Tijd van monniken en ridders.
Slide 3 - Slide
Wat weten jullie over Vikingen?
Slide 4 - Mind map
Tijd van Grieken en Romeinen
(500 v. Chr. - 500 n. Chr.)
Tijd van Monniken en Ridders
(500-1000)
(Vroege Middeleeuwen)
Tijd van Steden en Staten
(1000-1500)
(Late Middeleeuwen)
1492: Columbus 'ontdekt' Amerika
(Einde van de Middeleeuwen)
⚓️
476: Val van het West-Romeinse Rijk
(Begin van de Middeleeuwen)
🔥
Tijd van Ontdekkers en Hervormers
(1500-1600)
Tijd van Regenten en Vorsten
(1600-1700)
Tijd van Pruiken en Revoluties
(1700-1800)
900: Vikingen gaan met hun schepen vanuit Scandinavie op rooftocht.
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Hoe zag een viking eruit? Sleep het plaatje naar het juiste vak,
Verzonnen / niet waar
Feit / waar
Slide 7 - Drag question
theorie
Slide 8 - Slide
Noormannen
Rond het jaar 900 vertrekken de Noormannen (of Vikingen) vanuit Scandinavie.
De Vikingen hebben erg goede schepen.
Ze gebruikten hun schepen om handel te drijven, maar ook om op rooftocht te gaan.
De vikingen ontdekken dat Europa zwak is en roven steeds meer spullen bij elkaar
De Vikingen geloofden dat ze in het Walhalla (de Vikinghemel) kwamen als zij dapper vochten. Sterven in de strijd was de hoogte mogelijke eer. Valt het je ook op dat de Vikingen op de afbeelding helmen zonder hoorns dragen... Dat komt omdat de hoorns er later bij bedacht zijn, in het echt hadden ze dat helemaal niet!
Slide 9 - Slide
Viking in Nederland
Slide 10 - Slide
Schepen
Om te reizen bouwden de Vikingen goede schepen, de bekendste is het langschip. Dit schip was snel en licht, en geschikt voor handel en oorlog. Ze konden met die schepen goed op de zee en goed op de rivieren varen, een groot voordeel!
Op de voorkant werd vaak uit hout een draken- of slangenkop gesneden om tegenstanders bang te maken en boze geesten te verjagen.
Slide 11 - Slide
Vanuit Denmarken, Noorwegen en Zweden (Scandinavie) reisden de Noormannen heel de wereld over om te handelen en te plunderen.
De Noormannen ontdekten veel nieuwe plekken en vaak gingen groepen op zulke ontdekte plekken wonen. Ze stichtten daar nieuwe nederzettingen. De Vikingen waren zelfs eerder in Amerika dan Columbus!
Slide 12 - Slide
Ridders en kastelen
Ridders waren strijders te paard die vochten voor een heer
In ruil daarvoor kreeg hij een paard, de wapenuitrusting en een kasteel
In naam van de heer sprak hij soms ook recht in zijn gebied.
Ridders woonden in kastelen, maar dat waren in het begin vaak houten boerderijen, die pas later van steen werden.
De meeste kastelen die er nu nog staan zijn van na het jaar 1000
Slide 13 - Slide
filmpjes:
1:2:26 min
2: 3.25
3: 2:36
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Video
Slide 16 - Video
Slide 17 - Video
Wat is het vaderland van de Vikingen?
A
Scandinavië
B
IJsland
C
Zweden/Noorwegen
D
Walhalla
Slide 18 - Quiz
theorie
Slide 19 - Slide
Toen de vikingen weg waren
veel kloosters verwoest. Veel kennis verloren
Handel neemt af door onveiligheid
Ridders bouwen kastelen om zich te beschermen tegen de vikingen
Slide 20 - Slide
Vikingen kwamen niet alleen om te plunderen
Soms bleven ze in de nieuwe gebieden wonen om het land te bewerken
Vooral Noorse vikingen waren opzoek naar landbouwgronden, omdat het land in Noorwegen rotsachtig is en niet zo geschikt voor landbouw
Slide 21 - Slide
De oudste zoon erfde het grootste stuk land, de anderen kinderen kregen ook een klein stukje land.
A
goed
B
fout
Slide 22 - Quiz
Welke landen ontdekten de Vikingen?
A
Walhalla - IJsland - Amerika
B
IJsland - Groenland - Amerika
C
Walhalla - IJsland - Groenland
D
Walhalla - Groenland - Amerika
Slide 23 - Quiz
De vikingen waren van oorsprong
A
boer
B
indianen
C
ridders
D
rendierjagers
Slide 24 - Quiz
huiswerk:
blz 34 van je werkboek.
Blz 87 van je leesboek
Maken: 8, 9, 11 en 12.
Slide 25 - Slide
blz 34 van je werkboek. Blz 87 van je leesboek Maken: 8 en 9
Slide 26 - Open question
blz 34 van je werkboek. Blz 87 van je leesboek Maken: 11 en 12