Grammatica Kapitel 2 oefenen (niet ein/eine kein/keine)

• Duits
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

Grammatik Kapitel 2

• Konjugieren schwache Verben
• Perfekt schwache Verben
• Regeln der die das

→ zonder ein/eine en kein/keine

Wat is de stam van een werkwoord?

Waar staat idewis voor?

Wat is het ezelsbruggetje van de uitgangen die na de stam komen?

Wat is de stam van:
kommen

Wat is de stam van:
streicheln

Ich .... (machen) eine Gemüsesuppe.

1. mache
2. machst
3. macht
4. machen

Wir .... (wohnen) seit einigen Wochen in Deutschland

1. wohne
2. wohnst
3. wohnt
4. wohnen

Meine Mutter und ich ..... (lieben) Rosen.

1. liebe
2. liebst
3. liebt
4. lieben

Noem minimaal 3 sisklanken.

Wat verandert er bij sisklanken en de standaardregel voor de uitgang?

Wat is de standaardregel voor het voltooid deelwoord voor zwakke werkwoorden?

Hoe ziet de uitgang van werkwoorden met stam op d/t er uit? (+ook voor 5 andere werkwoorden)?

Wat is de regel voor het voltooid bij werkwoorden zoals öffnen, zeichnen?

Noem minimaal 3 sisklanken.

Bij welk persoonlijk vnw. veranderd er iets bij de uitgangen, wanneer er sprake is van een sisklank in de stam.

Welke 5 werkwoorden horen bij werkwoorden met stam op d/t?

.... (Arbeiten) du in einer Werkstatt?
Zet werkwoord in de juiste vorm.

Wie .... (heißen) du?

Was ..... (brauchen) Sie heute weiter noch?

Was .... ihr sauber?

1. mache
2. machst
3. macht
4. machen

(Hebben jullie) .... .... ein Pferd .... (zeichnen)?

(Hij heeft) .... .... eine E-Mail .... (schicken)

(Ik heb) .... .... das Fenster .... (öffnen).

(Heeft u) .... .... ein Auto .... (kaufen)?

Grammatik: der die das 

Üben

Schwester

1. der
2. die
3. das

Büchlein

1. der
2. die
3. das

Busfahrer

1. der
2. die
3. das

Stier

1. der
2. die
3. das

Streichholzschächtelchen

1. der
2. die
3. das

Großmutter

1. der
2. die
3. das