KT1 - Herhalen oog

Anatomie, Fysiologie en Pathologie




Leerjaar 2 Periode 2
Herhalen oogaandoeningen
1 / 13
next
Slide 1: Slide
Anatomie Fysiologie PathologieMBOStudiejaar 2,3

This lesson contains 13 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Anatomie, Fysiologie en Pathologie




Leerjaar 2 Periode 2
Herhalen oogaandoeningen

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Drie lagen van het oog
1. Harde oogrok (sclera)
Zorgt voor:
  • Bescherming en stevigheid
  • Zitten de oogspieren aan vast
  • Omgeven door oogbindvlies
      (conjunctiva)
  • Doorzichtig aan voorkant
      -> hoornvlies (cornea)

Slide 2 - Slide

Het hoornvlies is doorzichtig en zorgt ervoor dat het licht doorgelaten wordt en dat de lichtstralen van richting veranderen doordat zij op het hoornvlies breken
- veel pijnzintuigen
Drie lagen van het oog
2. Uvea

Bestaat uit:
  • Vaatvlies 
  • Regenboogvlies (iris)
  • Pupil
  • Straallichaam 


Slide 3 - Slide

Vaatvlies zorgt voor bloedtoevoer

Regenboogvlies (iris): gekleurde deel van het oog, verkleint en vergroot pupil
- veel pigmentcellen: donkere ogen
- veel licht: kleine pupil

straallichaam is de plek waar de spieren van de lens verbonden zijn aan de buitenkant van het oog
- maakt kamervocht aan
Drie lagen van het oog
3. Netvlies (retina)




Slide 4 - Slide

Receptoren om het licht op te vangen
- prikkel wordt een elektrische impuls die via de oogzenuw naar de hersenen gaat
Kahoot oogaandoeningen 

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Wat is het verschil tussen een conjunctivitis en een keratitis?

Slide 6 - Slide

Pijn (geen pijn bij conjunctivitis) 
Plek op het oog (conjunctiva of hoornvlies)
Zicht (bij conjunctivitis i.p. goed zicht)
Welke aandoening zit op deze plek in het oog? (meerdere antw) 

Slide 7 - Slide

Staar (lens wordt troebel), 
presbyopie (ouderdomsverziendheid, de lens wordt stug en veert niet meer terug naar bolle vorm)
Waar kleur je de tekening in?

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Medicatie bij oogaandoeningen
Toedieningsvormen:
   
Leg uit wat het is en benoem de eigenschappen:
Oculoguttae
Oculentum
Ooggel
minim



Slide 9 - Slide

Moeten steriel zijn omdat het oog erg gevoelig is voor infectie waardoor functieverlies/ blindheid kan ontstaan. (oog heeft slechte doorbloeding).
Oculoguttae = oogdruppels
Oculentum = oogzalf
Ooggel
Minim is voor eenmalig gebruik (miniflacon)

Medicatie bij oogaandoeningen
 Middelen bij oogirritatie                                                 oogdruppels FNA
 Middelen bij ontsteking- en overgevoeligheid    chlooramfenicol
                                                                                                     fusidinezuur
 Middelen bij oogonderzoek                                          atropine




Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Oogonderzoeken
Welke ken je nog? 

Slide 11 - Slide

Moeten steriel zijn omdat het oog erg gevoelig is voor infectie waardoor functieverlies/ blindheid kan ontstaan. (oog heeft slechte doorbloeding).
Oculoguttae = oogdruppels
Oculentum = oogzalf
Ooggel
Minim is voor eenmalig gebruik (miniflacon)

Visusmeting

Tonometrie

Perimetrie

Fluorescentie 
angiografie

Oftalmoscopie
Gezichtsscherpte
Oogdruk
Conditie netvlies
Bloedvaten oog
Blikveld

Slide 12 - Drag question

This item has no instructions

Vragen? 
Wat is nog lastig of waar heb je hulp bij nodig? 

Slide 13 - Slide

This item has no instructions