Am Ende dieses Kapitels:
- kun je de weg vragen en wijzen in het Duits
- kun je informatie vragen/geven over het openbaar vervoer
- ken je de modale werkwoorden: können, müssen, dürfen en wollen in tegenwoordige en verleden tijd (+wissen)
- heb je je woordenschat vergroot met woorden rond het thema onderweg"