1.2 Je omgeving ontdekken (v)

1.2 - Je omgeving ontdekken
1 / 39
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 39 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

1.2 - Je omgeving ontdekken

Slide 1 - Slide

Doel van de les
Je leert wat een organisme is
Je leert hoe een microscoop in elkaar zit en werkt
Je leert hoe je een goede beschrijving  van een dier of plant geeft
Je leert hoe je dieren of planten moet tekenen
Je leert hoe je de namen van dieren of planten kan vinden

Slide 2 - Slide

Kijken naar je omgeving
Organisme - alles dat leeft
Waarnemen, door aandachtig te kijken, horen, voelen, ruiken, proeven

Organisme herkennen aan kenmerken: eigenschappen die het organisme heeft

Slide 3 - Slide

Wat zijn kenmerken van dit organisme?

Slide 4 - Open question

En als het klein is...
Voor kleine onderdelen van dieren of planten kan je een loep (vergrootglas) gebruiken
Voor hele kleine onderdelen gebruik je een microscoop

Slide 5 - Slide

Microscoop

Slide 6 - Slide

Hoe werkt de microscoop?
Je maakt eerst een preparaat:  
Voorwerpglas+objectglas

Preparaat vastzetten op de tafel
kleinste objectief voor draaien
Scherpstellen met de grote- en kleine scherpstelschroef

Slide 7 - Slide

Hoe werkt een microscoop?
Je vergroot twee keer: 
- met het oculair
- met het objectief
vergroting oculair x vergroting objectief = totale vergroting

Slide 8 - Slide

Mijn oculair vergroot 10 keer, mijn objectief vergroot 20 keer. Wat is de totale vergroting?
A
20x
B
30x
C
100x
D
200x

Slide 9 - Quiz

Een organisme beschrijven
Vertellen hoe een organisme er uit ziet
Dat doe je met een beschrijving
Hiervoor gebruik je kenmerken

Je moet hiervoor heel precies zijn!

Slide 10 - Slide

Oefenen met beschrijven
In tweetallen
Een leerling doet zijn ogen dicht.
Ik laat zo een plaatje zien
De leerling met zijn/haar ogen open moet dan omschrijven hoe het dier er uitziet, zonder de naam van het dier te noemen

Wanneer ik het zeg doet de ander de ogen open en gaan we kijken of het goed is uitgelegd.

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Tekenen
Waarnemingen kan je tekenen
Een dier of plant, maar ook een onderdeel er van
Natuurgetrouw (‘net echt’)
Schematisch (simpel, zwart/wit met namen van onderdelen)

Slide 24 - Slide

Tekenen
Waarnemingen kan je tekenen
Een dier of plant, maar ook een onderdeel er van
Natuurgetrouw (‘net echt’)
Schematisch (simpel, zwart/wit met namen van onderdelen)

Slide 25 - Slide

De binnenkant bekijken
Doorsnijden in de lengte -> lengtedoorsnede
Doorsnijden in de breedte -> dwarsdoorsnede

Slide 26 - Slide

De binnenkant bekijken
Doorsnijden in de lengte -> lengtedoorsnede
Doorsnijden in de breedte -> dwarsdoorsnede

Slide 27 - Slide

Wat voor tekening zie je hier?
A
Natuurgetrouwe lengtedoorsnede
B
Natuurgetrouwe dwarsdoorsnede
C
Schematische lengtedoorsnede
D
Schematische dwarsdoorsnede

Slide 28 - Quiz

Indeling dieren
Indelen van dieren gaat in twee grote groepen:
Gewervelde dieren en ongewervelde dieren

Gewervelde dieren hebben een wervelkolom (ruggengraat)

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

De gewervelden

Slide 31 - Slide

De ongewervelden

Slide 32 - Slide

Hoe heet een organisme?
Namen zoeken kan je doen met een zoekkaart
Vragen over kenmerken, met pijlen naar de volgende vraag of een organisme

Ontdekken hoe iets heet noemen we determineren

Slide 33 - Slide

Een voorbeeld met zoekkaart

Slide 34 - Slide

Hoeveel groepen gewervelden zijn er?
A
2
B
4
C
5
D
6

Slide 35 - Quiz

Je ziet op dit plaatje twee ongewervelde dieren
A
Waar
B
Niet waar

Slide 36 - Quiz

Noem een voorbeeld van een ongewerveld dier

Slide 37 - Open question

Je mag de opdrachten in je boek maken, een samenvatting of je mindmap aanvullen

Slide 38 - Slide

Huiswerk
Voor de volgende les lees je 1.3 door

Slide 39 - Slide