This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes, text slide and 2 videos.
Lesson duration is: 15 min
Items in this lesson
Stijlfiguren
Woordenschat h1
les 2
Slide 1 - Slide
Een climax is een
A
herhaling
B
opsomming in drieën
C
lange opsomming
D
opsomming die naar een hoogtepunt voert
Slide 2 - Quiz
Een repetitio is een
A
schijnbare tegenspraak
B
herhaling
C
opsomming in drieën
D
opsomming die naar een hoogtepunt voert
Slide 3 - Quiz
Een enumeratio is een
A
(lange) opsomming
B
herhaling
C
schijnbare tegenspraak
D
opsomming in drieën
Slide 4 - Quiz
Wat is een drieslag?
A
fout, fout, fout
B
Eerst wandelde hij, toen ging hij over in een draf en uiteindelijk begon hij te sprinten.
C
Spreken is zilver, zwijgen is goud.
D
rust, reinheid, regelmaat
Slide 5 - Quiz
'Vanavond nog lichte, vanaf morgen matige en na het weekend strenge vorst.' Dit is een ...
A
Repetitio
B
Enumeratio
C
Climax
D
Drieslag
Slide 6 - Quiz
Geen gezeur: je bord leeg eten, de spullen in de vaatwasser zetten en dan snel aan je huiswerk voor morgen.
A
opsomming in drieën
B
Enumeratio
C
Climax
D
Drieslag
Slide 7 - Quiz
Het vlees, de organen, de botten, de huid, de hoorns, echt alles van de koe wordt verwerkt tot producten.
A
Repetitio
B
Enumeratio
C
Climax
D
Drieslag
Slide 8 - Quiz
Om corona te stoppen moeten we testen, testen, testen.
A
Repetitio
B
Enumeratio
C
Climax
D
Drieslag
Slide 9 - Quiz
Veni, vidi, vici (Ik kwam, ik zag, ik overwon) Dit is een:
A
drieslag
B
opsomming in drieën
C
enumeratio
D
climax
Slide 10 - Quiz
Zij begon op het vmbo, ging naar havo, toen naar het hbo en zit nu op de universiteit.
A
Repititio
B
Opsomming in drieën
C
Enumeratio
D
Climax
Slide 11 - Quiz
Koning, keizer, admiraal, Popla kennen ze allemaal.
A
Repetitio
B
Enumeratio
C
Opsomming in drieën
D
drieslag
Slide 12 - Quiz
Slide 13 - Video
Rampen bedreigen het menselijk leven, knolraap en lof, schorseneren en prei Waar zijn geloof, hoop en liefde gebleven, knolraap en lof, schorseneren en prei
Welke stijlfiguren herken je hier?
A
opsomming en herhaling
B
tegenstelling en herhaling
C
drieslag en herhaling
D
tegenstelling en opsomming
Slide 14 - Quiz
Slide 15 - Video
Hij won die miljoenen niet, die Mini niet en zelfs geen 'eigen geldje'.