In een verpleeghuis komt familie op bezoek. De familieleden verwachten dat hun naaste goed verzorgd wordt.
De dochter van mevrouw Jansen wil helpen bij het afruimen van de tafel als haar moeder de beurt heeft. Ze zegt: ‘Nee ma, doe niet zo suf. Je kunt de vuile messen toch niet bij de schone gooien?’
De echtgenote van meneer Achterhoek reageert boos tegen zorgverlener Pia, als ze ziet dat haar man aan het stofzuigen is. ‘Thuis heeft ie nooit iets gedaan! En nu kan hij het opeens wel.’
Meneer Willems krijgt bezoek van zijn zus. ‘Oh,’ zegt hij. ‘Dat is mooi. Dan kan je mij mooi even helpen in de tuin.’ Zijn zus kijkt naar haar hoge hakken en witte jurk. ‘Moet dat?’, vraagt ze.
Mevrouw Jochems woont sinds kort op de afdeling. Zij weigert alle huishoudelijke taken. Omdat ze nog aan het wennen is, laat het personeel dat toe. Vandaag komt voor het eerst haar dochter, die ver weg woont, op bezoek.