M4 H3 Bedrijven § 1 en 2

M4 H3 Bedrijven
1 / 18
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

M4 H3 Bedrijven

Slide 1 - Slide

Afspraken volgen online les
  • De Meet link staat in Classroom
  • Ik voeg de presentaties toe aan Classroom (lesmateriaal)
  • Je volgt de les aan een tafel of bureau, met je camera aan
  • Je hebt de microfoon uit (tot je gevraagd wordt te reageren)
  • Je stelt vragen via de chat

Slide 2 - Slide

Programma




§ 1 Investeringen, productiviteit en continuïteit
§2 Onderzoek & ontwikkeling: innovatie


Slide 3 - Slide

Lesdoelen

  • Je kunt de 'levensduur' van bedrijven toelichten.
  • Je kunt uitleggen hoe bedrijven 'ruilen over tijd'.

Slide 4 - Slide

Volgende vraag
Gezinnen: geboorte, overlijden, studeren, verdiencapaciteit, 
in levensonderhoud kunnen blijven voorzien.
Welke begrippen bij Bedrijven passen daarbij?

Slide 5 - Slide

Geboorte
Overlijden
In levensonderhoud kunnen blijven voorzien
Verdiencapaciteit
Studeren
Faillissement
Investeringen
Inschrijving Handelsregister KvK
Productiviteit
Continuïteit

Slide 6 - Drag question

Leg uit 'ruilen over tijd':
investeringen voor bedrijven is als studeren voor gezinnen.

Slide 7 - Open question

Bedrijven
Economische levensloop:
  • Oprichting met inschrijving bij Kamer van Koophandel
  • Investeren van tijd en geld voor productiviteit
  • Continuïteit: voortbestaan van het bedrijf 
  • Faillissement, verkoop of vrijwillige beëindiging bedrijf

Slide 8 - Slide

Productiviteit van productiefactor 'arbeid' => productie van een werknemer per gewerkt uur
Wat is arbeidsproductiviteit?

Slide 9 - Mind map

Productie van de combinatie van productiefactoren (arbeid, kapitaal, natuur/locatie, ondernemerschap/kennis) => hoeveelheid en kwaliteit van productiefacoren bepaalt productiviteit.
Wat zou dan productiviteit zijn?

Slide 10 - Mind map

Bedrijven
Voorbeeld: productiviteit bepaald door:
  • Ondernemerschap: goede ideeën kunnen uitvoeren (kennis, ervaring, durven doen)
  • Plaats waar je het bedrijf kunt vestigen
  • Aantal medewerkers en hoe goed die geschoold zijn
  • Investeringen in fabriek met machines of kantoorpand

Slide 11 - Slide

Bedrijven
  • Investeringen verhogen (net als studeren bij gezinnen) de productiviteit en dus de winst die behaald kan worden (wat er verdiend kan worden, vergelijk 'verdiencapaciteit').
  • Onderzoek & Ontwikkeling => nieuwe productietechnieken
  • Noemen we: innovatie. Niet alleen 'productiever', ook: veiliger, minder milieuvervuilend, gezonder
  • Bescherming uitvinder: patent/octrooi => gevaar monopolie

Slide 12 - Slide

Bekijk de volgende twee bronnen en bedenk argumenten voor en tegen patenten op het coronavaccin.

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Argumenten voor & tegen patenten
op het coronavaccin

Slide 16 - Open question

Lesdoelen

  • Je kunt de 'levensduur' van bedrijven toelichten.
  • Je kunt uitleggen hoe bedrijven 'ruilen over tijd'.

Slide 17 - Slide

Huiswerk


Bestudeer § 3.1 en 3.2
Maak de opgaven 1 t/m 11 van Hs 3.

Slide 18 - Slide