H1 - week 20 - les 1 (herhalen A en B, avoir en etre, getallen en kleuren)

H1
Week 20
Les 1
P. Budel
Bonjour
1 / 33
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

H1
Week 20
Les 1
P. Budel
Bonjour

Slide 1 - Slide

Deze les
- Geen boeken nodig!
- Bron A en B herhalen
- Vorige periodes herhalen

Slide 2 - Slide

Wat is de juiste vorm van être:
Nous ________
A
êtes
B
sommes
C
es
D
suis

Slide 3 - Quiz

Wat is de juiste vorm van être:
Vous ________
A
êtes
B
sommes
C
es
D
suis

Slide 4 - Quiz

Wat is de juiste vorm van être:
Sophie ________
A
êtes
B
est
C
es
D
suis

Slide 5 - Quiz

Wat is de juiste vorm van être:
Les filles _____
A
êtes
B
sommes
C
sont
D
suis

Slide 6 - Quiz

Wat is de juiste vorm van être:
Tu ________
A
êtes
B
est
C
es
D
suis

Slide 7 - Quiz

Wat is de juiste vorm van être:
Je _______
A
êtes
B
sommes
C
sont
D
suis

Slide 8 - Quiz

dimanche
lundi
samedi
mardi
les jours
jeudi
vendredi
mercredi
le weekend
la semaine
maandag
vrijdag
zaterdag
de week
dinsdag
donderdag
woensdag
de dagen
het weekend
zondag

Slide 9 - Drag question

dimanche
A
donderdag
B
vrijdag
C
zaterdag
D
zondag

Slide 10 - Quiz

vendredi
A
woensdag
B
donderdag
C
vrijdag
D
zaterdag

Slide 11 - Quiz

jeudi
A
dinsdag
B
woensdag
C
donderdag
D
vrijdag

Slide 12 - Quiz

samedi
A
vrijdag
B
zaterdag
C
zondag
D
maandag

Slide 13 - Quiz

mardi
A
maandag
B
dinsdag
C
woensdag
D
zondag

Slide 14 - Quiz

Welke dag
is het vandaag
volgens het plaatje?
A
maandag
B
dinsdag
C
woensdag
D
donderdag

Slide 15 - Quiz

Hoe hoog is het
tot de top van
de Eiffeltoren?
A
57 meter
B
276 meter
C
116 meter
D
184 meter

Slide 16 - Quiz

Jij bent 12 en
je wil graag
naar de top met de lift.
Hoeveel betaal je dan?
A
€ 8.40
B
€16.70
C
€4.20
D
€13.10

Slide 17 - Quiz

Les couleurs 

Slide 18 - Slide

Welke kleur staat hier?
vert
A
blauw
B
groen
C
grijs
D
rood

Slide 19 - Quiz

Welke kleur staat hier?
rouge
A
blauw
B
groen
C
grijs
D
rood

Slide 20 - Quiz

Welke kleur staat hier?
violet
A
paars
B
groen
C
blauw
D
bruin

Slide 21 - Quiz

Welke kleur staat hier?
noir
A
paars
B
zwart
C
blauw
D
bruin

Slide 22 - Quiz

Kies de juiste vertaling:
64
A
quatre et soixante
B
cinquante-quatre
C
soixante-dix
D
soixante-quatre

Slide 23 - Quiz

Kies de juiste vertaling:
75
A
septante-cinq
B
soixante-dix-cinq
C
soixante-quinze
D
soixante-cinq

Slide 24 - Quiz

Kies de juiste vertaling:
86
A
quatre-vingt-six
B
huitante-six
C
quatre-vingt-trois
D
quatre-vingt-dix

Slide 25 - Quiz

Wat is de juiste vorm van avoir:
Elle _____
A
as
B
a
C
avons
D
avez

Slide 26 - Quiz

Wat is de juiste vorm van avoir:
Tu _____
A
as
B
a
C
avons
D
avez

Slide 27 - Quiz

Wat is de juiste vorm van avoir:
vous _____
A
as
B
a
C
avons
D
avez

Slide 28 - Quiz

Wat is de juiste vorm van avoir:
Nous _____
A
as
B
a
C
avons
D
avez

Slide 29 - Quiz

Wat is de juiste vorm van avoir:
Je/J' _____
A
as
B
ai
C
a
D
ont

Slide 30 - Quiz

Wat is de juiste vorm van avoir:
Paul _____
A
as
B
a
C
avons
D
avez

Slide 31 - Quiz

demander
donner
bavarder
regarder
chanter
danser

Slide 32 - Drag question

Au travail!
Huiswerk volgende les

Neem voor morgen jouw B boek mee, je schrift en een pen!

 






Slide 33 - Slide