1e les 29/8 3B

Welkom 3B!
1 / 26
next
Slide 1: Slide
NT2ISK

This lesson contains 26 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom 3B!

Slide 1 - Slide

Vandaag
  • kennismaken
  • wat heb je nodig bij NT2?
  • afspraken/regels in de les
  • interview 

Slide 2 - Slide

Wie ben ik?
mevrouw Stolk (cast)

Slide 3 - Slide

Waar hou ik van?
natuur
dieren (vooral katten/poezen)
kamperen-> tent
reizen
talen
lezen
Netflix

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Farah

Slide 6 - Slide

Kennismaking
  • Vertel iets over jezelf in maximaal 5 woorden
  •  Voorbeeld: naam, woonplaats, land, hobby, huisdier enz.

Slide 7 - Slide

Kennismaking: Sta op..
  1. Je krijgt een notitieblaadje 
  2. Schrijf op wat jij wil weten van de anderen.(bv. hobby, woonplaats, huisdier)
  3. Vouw het blaadje twee keer dubbel. Het wordt weer opgehaald.
  4. Daarna lees ik het voor en je staat op als jij bv. ook in Alphen woont.

Slide 8 - Slide

plattegrond invullen
  • Je zit de komende tijd op dezelfde plek.
  • Noem je voornaam.
  • Dan maak ik een plattegrond.

Slide 9 - Slide

Afspraken/regels
  • Je komt op tijd in de les.
  • Je zegt bij binnenkomst: 'Goedemorgen" of "Goedemiddag".
  • Als je weggaat zeg je "Tot ziens" of "Tot morgen".
  • In de les mag je niet eten of drinken. (alleen water)
  • Naar de wc gaan doe je tussen de lessen of in de pauze.
  • Je hebt je boeken, schriften en etui bij je.
  • Je jas en je telefoon doe je in je kluis. 
  • Je parkeert je fiets binnen de gele lijnen op het schoolplein.
  • Je loopt niet door de gangen tijdens de lessen.

Slide 10 - Slide

Wat heb je nodig in de NT2-les?
  • agenda 2024-2025
  • etui met pen, potlood, gum
  • voor NT2: schrift (A4 of A5: geen losse blaadjes!) +  woordenschrift 
  • leesboek: Het 1e uur NT2 van de dag starten we met 15 minuten lezen in leesboek van school of van thuis.

Slide 11 - Slide

Interview

Slide 12 - Slide

interview (=vraaggesprek)
  • Jullie gaan elkaar interviewen= vragen stellen
  • Probeer de antwoorden te onthouden
  • Je mag ze opschrijven
  • Straks ga ik je vragen om iets te vertellen over iemand uit de klas
  • Hierna volgen de vragen

Slide 13 - Slide

Vragen interview

1. In welke plaats woon je? 
2. Wat zijn je hobby’s?
3. Heb je broers of zussen, hoe oud zijn zij? 
4. Speel je een muziekinstrument? Zo ja, welke?
5. Wie ken je al in deze klas?
6. Hoeveel minuten moet je reizen naar school? 
7. Welke taal vind jij het mooist? 
8. Heb je huisdieren? Welke?
9. Wat vind je het leukste op school? 
10. Wat wil je later worden (beroep)?


Slide 14 - Slide

stillezen + woordenschat
Er gaat een blaadje de klas rond. Noteer hierop de woorden die je niet kent.
timer
15:00

Slide 15 - Slide

Beleefde brief schrijven

Slide 16 - Slide

Formeel taalgebruik
Wat is formeel  taalgebruik?
Taal wanneer je tegen iemand 'uzegt of 'meneer of mevrouw'
 Formeel taalgebruik is netjes en beleefd.

Wanneer gebruik je formeel taalgebruik?
Als je tegen iemand praat die ouder is dan jij is of die jij niet goed kent,
dus bijvoorbeeld tegen een volwassene of een vreemde. 
Als je iets wilt schrijven, schrijf je een mail of een brief.

Slide 17 - Slide

Informeel taalgebruik
Wat is informeel  taalgebruik?

Informeel taalgebruik is dat je jij/je zegt tegen iemand. Je gebruikt informeel taalgebruik tegen leeftijdsgenoten, vrienden, familie, mensen die je goed kent. Je gebruikt niet de mail, maar de app. Je hoeft niet  te letten op beleefd taalgebruikt.

Slide 18 - Slide

Zakelijke brief
Doel:
Een formele (=beleefde) brief schrijven aan een docent.

Slide 19 - Slide

Opdracht
Je gaat een beleefde mail op papier schrijven aan mij waarin je jezelf voorstelt. 
Eerst volgt de uitleg.

Slide 20 - Slide

Regels formele brief
  • Je begint met een formele aanhef. Beste mevrouw Stolk,
  • Je spreekt de ander aan met u en gebruik beleefde taal.
  • Je schrijft in alinea's: elk onderwerp op een nieuwe regel.
  • Gebruik witregels tussen de alinea's.
  • sluit af met: Vriendelijke groeten, en daaronder je voor- en achternaam. 

Slide 21 - Slide

Tekst zonder alinea's
Huisdieren
De hond is een trouw huisdier. Je hebt verschillende soorten honden, zoals de herdershond, de teckel en nog meer. Een hond eet het liefst brokken.Ook de kat is een huisdier dat veel mensen hebben. Katten zijn eigenwijze dieren. Sommige katten leven op straat en sommige zijn het liefst binnen.Er zijn mensen die vissen hebben als huisdieren. Die leven in een groot aquarium. Je moet dan regelmatig het aquarium schoonmaken.

Slide 22 - Slide

Tekst in alinea's
Huisdieren

De hond is een trouw huisdier. Je hebt verschillende soorten honden, zoals de herdershond, de teckel en nog meer. Een hond eet het liefst brokken.

Ook de kat is een huisdier dat veel mensen hebben. Katten zijn eigenwijze dieren. Sommige katten leven op straat en sommige zijn het liefst binnen.

Er zijn mensen die vissen hebben als huisdieren. Die leven in een groot aquarium. Je moet dan regelmatig het aquarium schoonmaken.

Slide 23 - Slide

alinea's
  • Je schrijft de brief in alinea's.
  • Wat is een alinea?
  • Een tekst gaat over een onderwerp.
  • Een alinea gaat over een deel van het onderwerp. Tussen de alinea sla je een regel over. (= witregel)
  • Voorbeeld: een tekst gaat over huisdieren. Alinea 1 gaat over de kat, alinea 2 over de hond en alinea 3 over de vis. Soms heeft een tekst een inleiding waarin je iets schrijft over het onderwerp en soms een slot. (korte samenvatting van de tekst)

Slide 24 - Slide

Voorbeeld brief:
Beste mevrouw Stolk,

Mijn naam is....... en ik ben ...... jaar. Mijn geboorteland is....  Ik woon in Nederland sinds.... (datum)


Mijn hobby's zijn..........


Met NT2 wil ik leren:................... Ik wil later...............(beroep) worden.


Vriendelijke groeten,
................................. (voor- en achternaam)

Slide 25 - Slide

1e les 29/8 3B

Slide 26 - Slide