herhalingsles deel 3 (par 5 en 6)

herhalingsles deel 3 (par 5 en 6)
1 / 14
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 14 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

herhalingsles deel 3 (par 5 en 6)

Slide 1 - Slide




Par 5
  • Je kunt uitleggen wat gedrag is.
  • Je kunt uitleggen waardoor gedrag wordt bepaald.
  • Je kunt het verschil benoemen tussen observatie en interpretatie van gedrag.



Par 6
  • Je kunt benoemen wat terugkoppeling is en hiervan voorbeelden geven.
  • Je kunt de werking van adrenaline, glucagon en insuline benoemen.
Leerdoelen

Slide 2 - Slide

Hoe ontstaat gedrag?

  • Gedrag is alles wat mensen of dieren doen, ook slapen is gedrag.

  • Bij gedrag reageer je op prikkels
  • Alle reacties op prikkels samen noem je gedrag

Slide 3 - Slide

sociaal gedrag
gedrag kan beinvloed worden door soortgenoten. 
dit gedrag noem je sociaal gedrag.

een prikkel of handeling bij sociaal gedrag noem je een signaal 

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

bloedsuiker gehalte
waneer je eet krijg je suiker binnen, een te hoog suiker gehalte is niet goed  voor je gezondheid (het beschadigd je bloedvaten, je krijgt dorst, moet steeds plassen en hebt weinig energie)
om je bloedsuiker gehalte te regelen heeft je lichaam een manier bedacht. 

Slide 9 - Slide

van glucose naar glycogeen
Wanneer je eet, krijg je suiker binnen. Op dat moment is er te veel suiker in je lichaam. 
Je lichaam maakt dan een hormoon. Een hormoon is een stofje wat de werking van een orgaan stimuleert. 
In het geval van te veel suiker in het bloed word het hormoon insuline gemaakt, insuline zorgt ervoor dat het suiker (glucose) wordt omgezet in glycogeen. 
Glucose zijn kleine suikers wat je lichaam kan gebruiken, glycogeen zijn grote suikers wat je lichaam niet kan gebruiken en als reserve stof in je lichaam wordt opgeslagen. 

Slide 10 - Slide

van glycogeen naar glucose
Waneer je een poosje niet hebt gegeten, daalt je bloedsuiker gehalte. Op dat moment heb je weer glucose nodig. 
Gelukkig heeft je lichaam een voorraad gemaakt van de glucose wat te veel was in je lichaam. 
Een te lage bloedsuiker gehalte trieert de aanmaak van glucagon. 
Glucagon is een hormoon, dus een stofje dat de werking van een organen stimuleren. 
Glucagon zorgt er voor dat Glycogeen (de grote suikers die als reserve stof zijn opgeslagen) wordt omgezet in glucose. 
Dit proces houd het bloedsuikerspiegel in balans en dit noemen we een terugkoppeling

Slide 11 - Slide

eilandjes van Langerhands

De hormonen insuline en glucagon worden gemaakt door groepjes cellen in de alvleesklier. Deze groepjes cellen noemen we eilandjes van Langerhans.


Slide 12 - Slide

regeling van het bloedsuikerspiegel

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide