Les 7 Opkomst van het Nationaal-Socialisme

Tijd van Wereldoorlogen

Waar komt de naam vandaan?

Van wanneer tot wanneer is deze periode?

1 / 16

Slide 1: Slide

GeschiedenisSpeciaal OnderwijsLeerroute 4

This lesson contains 16 slides, with text slides.

Lesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Tijd van Wereldoorlogen

Waar komt de naam vandaan?

Van wanneer tot wanneer is deze periode?

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Jaren twintig (1920-1929)

Jaren dertig (1930-1939)

Slide 3 - Slide

Lesdoel

Ik weet hoe Adolf Hitler aan de macht kwam in Duitsland.

Slide 4 - Slide

Democratie

Meerdere politieke partijen

Algemeen kiesrecht

Vrije media

Dictatuur

Eén partij, groep of persoon

Geen vrije verkiezingen

Geen vrije media

Slide 5 - Slide

Na de Eerste Wereldoorlog

Veel Europese landen worden een democratie.

Duitsland (1918) en Nederland (1919) worden democratieën.

Alle inwoners mogen stemmen.

Welke twee uitzonderingen?

Slide 6 - Slide

In de crisistijd

In 1929 breekt een economische crisis uit. Verdeeldheid over de oplossing.

Nieuwe partijen:

Nationaal-Socialistische Beweging (NSB)

Nationaal-Socialistische Duitse Arbeiderspartij (NSDAP)

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Nationaal-socialisme

Eenheid door afschaffing democratie

Joden en communisten krijgen de schuld

Duits: Nationalsozialismus

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Hitler komt aan de macht

Duitsland moet na de Eerste Wereldoorlog veel geld betalen en verliest gebieden en koloniën.

Duitsland wordt het zwaarst getroffen door de crisis van 1929. Veel mensen raken hun baan kwijt.

Hitler geeft joden en communisten de schuld.

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Marinus van der Lubbe

(1909-1934)

Rijksdagbrand

(1933)

Slide 13 - Slide

Hitler aan de macht (1933)

Mensen krijgen werk door opbouw leger.

Posters, kranten, radio en film voor propaganda.

Nationalisme: Duitse volk is volgens hem beter dan de rest.

Concentratiekampen voor politieke tegenstanders.

Slide 14 - Slide

Toen de nazi's de communisten arresteerden, heb ik gezwegen; ik was immers geen communist.

Toen ze de sociaaldemocraten gevangenzetten, heb ik gezwegen; ik was immers geen sociaaldemocraat.

Toen ze de vakbondsleden kwamen halen, heb ik niet geprotesteerd; ik was immers geen vakbondslid.

Toen ze de Joden opsloten, heb ik niet geprotesteerd; ik was immers geen Jood.

Toen ze mij kwamen halen was er niemand meer, die nog protesteren kon.

-Martin Niemöller (1952)

Slide 15 - Slide

Zelfstandig werken

Vraag 5 t/m 9 maken.

Klaar? Bespreek je werk met de meester.

Wijzer

Slide 16 - Slide