Staal 7,3,3

Herhaling woordsoorten en zinsdelen
1 / 16
next
Slide 1: Slide
SpellingBasisschoolGroep 8

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Herhaling woordsoorten en zinsdelen

Slide 1 - Slide

Woordsoorten

Slide 2 - Mind map

Zinsdelen

Slide 3 - Mind map

"Mark, heb je de drie primaire kleuren geel, rood en blauw op die papieren plaat gezien?"
Welke woordsoort is 'heb'?

Slide 4 - Open question

"Mark, heb je de drie primaire kleuren geel, rood en blauw op die papieren plaat gezien?"
Noem het persoonlijk voornaamwoord.

Slide 5 - Open question

"Mark, heb je de drie primaire kleuren geel, rood en blauw op die papieren plaat gezien?"
Noem het telwoord.

Slide 6 - Open question

"Mark, heb je de drie primaire kleuren geel, rood en blauw op die papieren plaat gezien?"
Wat is het zelfstandig naamwoord in de zin?

Slide 7 - Open question

"Mark, heb je de drie primaire kleuren geel, rood en blauw op die papieren plaat gezien?"
Welke woordsoort is 'en'?
A
Zelfstandig naamwoord
B
Voorzetsel
C
Lidwoord
D
Voegwoord

Slide 8 - Quiz

"Mark, heb je de drie primaire kleuren geel, rood en blauw op die papieren plaat gezien?"
Welke woordsoort is 'op'?
A
Zelfstandig naamwoord
B
Voorzetsel
C
Lidwoord
D
Voegwoord

Slide 9 - Quiz

"Mark, heb je de drie primaire kleuren geel, rood en blauw op die papieren plaat gezien?"
Noem het stoffelijk bijvoeglijk naamwoord.

Slide 10 - Open question

"Wil je me dat tijdens onze tekenles in het lokaal laten zien?"
Noem de persoonsvorm.

Slide 11 - Open question

"Wil je me dat tijdens onze tekenles in het lokaal laten zien?"
Welk zinsdeel is 'wil laten zien'?

Slide 12 - Open question

"Wil je me dat tijdens onze tekenles in het lokaal laten zien?"
Wat is het onderwerp in de zin?
A
Lokaal
B
Je
C
Me
D
Tekenles

Slide 13 - Quiz

"Wil je me dat tijdens onze tekenles in het lokaal laten zien?"
Wat is het lijdend voorwerp in de zin?
A
Je
B
Me
C
Dat
D
Tijdens

Slide 14 - Quiz

"Wil je me dat tijdens onze tekenles in het lokaal laten zien?"
Noem het meewerkend voorwerp.

Slide 15 - Open question

Maak bladzijde 46 in je werkboek!

Slide 16 - Slide