PTA training KV Huidverzorging LJ4

Wat is het grootste orgaan van het lichaam
A
huid
B
hart
C
longen
D
hersenen
1 / 37
next
Slide 1: Quiz
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Wat is het grootste orgaan van het lichaam
A
huid
B
hart
C
longen
D
hersenen

Slide 1 - Quiz

De huid

Slide 2 - Slide

Wat is de juiste opbouw van de huid, begin bij de bovenkant
onderhuids bindweefsel
Opperhuid
Lederhuid
1. 
2. 
3. 

Slide 3 - Drag question

Slide 4 - Slide

Rachel, 16 jaar, vertelt: “Na het douchen voelt mijn huid droog aan en het jeukt. De rest van de dag is het vaak rood en schilferig. Soms brandt het gewoon.“
Welke type huid heeft Rachel?

A
Acne huid
B
gevoelige huid
C
Droge huid
D
Normale huid

Slide 5 - Quiz

Waardoor ontstaan rimpels in het gezicht?
A
Door de schadelijke werking van het pigment.
B
Door de stimulatie van rimpelcellen.
C
Doordat de lederhuid minder elastisch wordt.
D
Doordat de poriën verstopt raken.

Slide 6 - Quiz

EEN PRODUCT WAAR KLEINE KORRELTJES INZITTEN NOEM JE?
A
REINIGINGSMELK
B
SCRUB
C
REINIGINGSLOTION
D
Masker

Slide 7 - Quiz

Wat is geen huidtype?
A
DROGE HUID
B
GECOMBINEERDE HUID
C
VETTE HUID
D
DIKKE HUID

Slide 8 - Quiz

Huidafwijkingen
Gerstekorrels (milia)

Mee-eters (comodonen)

Puistjes



Slide 9 - Slide

Millia
Ook wel een gerstekorrel -->  een wit klein bultje, blokkade van de afvoerbuis 

Slide 10 - Slide

Comedonen kunnen ontstaan door
A
Zweetbuisje zit verstopt
B
Acne
C
Afvoerbuisje van de talgklier is verstopt
D
Afvoerbuisje van zweetbuis raakt vol talg.

Slide 11 - Quiz

Mee-eter of puist
Talgklier produceert olie wat de hoornlaag en haar soepel houdt.


Slide 12 - Slide

Comedonen
Puist

Slide 13 - Slide

Opperhuid
Lederhuid
Onderhuid

Slide 14 - Drag question

Waardoor ontstaan rimpels in het gezicht?

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video

Welke stof zorgt ervoor dat je sneller kans hebt op puistjes
A
vieze lucht
B
talg
C
zweet
D
chocolade

Slide 17 - Quiz

welk reinigingsmiddel is geschikt voor de vette huid?
A
milk
B
Talg
C
tonic
D
creme

Slide 18 - Quiz

Wat is de functie van pigment?

Slide 19 - Slide

Huidtypes
Er zijn vier verschillende soorten huidtypes. 
1. normale huid
2. droge huid
3. vette huid
4. gecombineerde huid

Slide 20 - Slide

Normale huid

De huid voelt zacht en soepel aan en heeft een gelijkmatige, matte glans.

Slide 21 - Slide

Droge huid



Een droge huid is droog en vaak schilferig. 
De huid heeft een dunne structuur en zeer fijne poriën. Daarnaast heeft een droge huid vaak een doffe uitstraling en voelt direct trekkerig aan na een wasbeurt.

Slide 22 - Slide

Vette huid
Een vette huid ziet er vaak glimmend uit, zeker rondom de neus, de kin en het voorhoofd, ook wel T-zone genoemd. 
Vaak zijn mee-eters of puistjes zichtbaar op de huid, met name op de neus, kin en voorhoofd. De huid voelt vaak vettig aan en dit wordt gedurende de dag steeds erger.

Slide 23 - Slide

Gecombineerde huid



Iemand met dit huidtype heeft vaak een droge huid op de wangen en een vette huid op de kin, neus en het voorhoofd.

Slide 24 - Slide

Wie bewaard een huiddiagnoseformulier?
A
De klant
B
De schoonheidsspecialist en de klant
C
De schoonheidsspecialist
D
Niemand dat heeft te maken met privacy

Slide 25 - Quiz

Waarvoor wordt een huiddiagnose formulier gebruikt?

Slide 26 - Slide

1.
2.
3.
Poriën openen
Verwijderen acne
Reiniging

Slide 27 - Drag question

Het is gastvrij als je de klant een kopje thee of koffie aanbiedt
A
Ja
B
Nee

Slide 28 - Quiz

Waarom is masseren goed voor je?
A
Je hebt minder haargroei
B
minder stress, pijn en stijfheid
C
Ontspanning en genezing van eczeem
D
Vergroten van de nervositeit

Slide 29 - Quiz

Welke bewegingen zijn er met een massage?
A
Blazen, knijpen, trekken, wrijven
B
Duwen, kloppen, knijpen, wrijven
C
Knijpen, prikken, trekken, wrijven
D
Trekken, duwen, kloppen, prikken

Slide 30 - Quiz

Is vochtarm en droog hetzelfde?
A
Ja
B
Nee

Slide 31 - Quiz

Wat kun je doen aan een huid met te weinig vocht?
A
Hydrateren door de huid te wassen
B
Hydrateren door een crème te gebruiken
C
Reinigen met prikkelende crèmes
D
Reinigen met veel water

Slide 32 - Quiz

Heeft iedereen poriën?
A
Ja
B
Nee

Slide 33 - Quiz

Wat vul je in het huiddiagnoseformulier in bij porien?
A
Aanwezig/ afwezig/ ontstoken
B
Fijn/ normaal/ grof/ open/ gesloten/ ontstoken
C
Gezond/ ongezond/ groot/ klein
D
Zichtbaar/ onzichtbaar/ open/ gesloten/ ontstoken

Slide 34 - Quiz

Slide 35 - Link

Slide 36 - Link

Slide 37 - Link