Oefentoets: religie, mythe en wetenschap

Oefentoets: religie, mythe en wetenschap
1 / 15
next
Slide 1: Slide
FilosofieMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Oefentoets: religie, mythe en wetenschap

Slide 1 - Slide

Instructie
Deze oefentoets bestaat uit 12 vragen. De laatste twee vragen zijn voor extra uitdaging. Succes!

Slide 2 - Slide

Van welke religie is de Tenach het heilige boek?
A
Jodendom
B
Christendom
C
Islam
D
Hindoeïsme

Slide 3 - Quiz

Hoe zou je de buddha het best beschrijven?
A
Een wetenschapper
B
De schepper
C
Een verlicht man
D
Een god

Slide 4 - Quiz

Wie is de stamvader van het Jodendom, Christendom en de Islam?
A
Moses
B
Jezus
C
Mohammed
D
Abraham

Slide 5 - Quiz

Op het plaatje zie je Egyptische goden. Welk belangrijk woord past bij het plaatje?
A
Boeddhisme
B
polytheïsme
C
monotheïsme
D
Abrahamitisch

Slide 6 - Quiz

De wereld is volgens de Grieken ontstaan uit Chaos (leegte). Wel waren er basisbestandsdelen aanwezig. Hieruit ontstonden zes oergoden. Noem de vier basisbestandsdelen.

Slide 7 - Open question

De oergoden (eerste orde) hadden geen karakter of andere menselijke eigenschappen. Welke van de vier is zo'n oergod?
A
RHEA
B
AIGAION
C
BRONTES
D
GAIA

Slide 8 - Quiz

"De vakantie vliegt voorbij!"
Schoolrooster 
Timing
Meetbare tijd
Chronos
Kairos

Slide 9 - Drag question

Noem een belangrijk verschil tussen religie en wetenschap?

Slide 10 - Open question

Religie, mythe en wetenschap kijken op verschillende manieren naar de wereld maar hebben ook overeenkomsten. Noem een belangrijke overeenkomst.

Slide 11 - Open question

Welk antwoord is GEEN voorbeeld van een paradigma?
A
De aarde is rond.
B
Alles met massa heeft zwaartekracht.
C
De snelheid van een leeuw is 80 kilometer per uur.
D
De zon is het centrum van ons sterrenstelsel.

Slide 12 - Quiz

Vroeger werd er gedacht dat iets wat zwaar is (olifant) altijd sneller zal vallen dan iets wat licht is (kat). Galileo was een bekende wetenschapper. Hij had als eerste het volgende idee: wanneer je twee objecten laat vallen zullen deze altijd op hetzelfde moment de grond raken. Hoe kan Galileo bewijzen dat zijn idee de waarheid is? Gebruik de afbeelding en het woord "testen".

Slide 13 - Open question

Kies een scheppingsverhaal van één van de vijf grote religies. Vertel deze aan een klasgenoot. (Je hoeft niks op te schrijven).

Slide 14 - Open question

Einde
Succes met de toets!

Slide 15 - Slide