2.5 wetenschappelijk denken

• Geschiedenis
• Middelbare school

Hoofdstuk 2

Paragraaf 5

Van Mythe naar Wetenschap

Planning

Wat weet je nog? (10 MIN)

Uitleg nieuwe stof paragraaf 5 (15 MIN) 

Opdracht - Zoek je maatje (20 MIN)

Lesdoel

Aan het einde van de les kan je in eigen woorden uitleggen waardoor de wetenschap opkwam in de Griekse wereld

Griekse goden

• Net als in Egypte: geloof in meerdere goden > Polytheïsme
• 
  
• Grieken geloofden dat de Goden verantwoordelijk waren voor de natuur, ziektes, een goed huwelijk, kinderen krijgen etc. 
  
  
• Griekse Goden vormden één grote familie als het ware > wel waren ze onsterfelijk.
  

Van Mythen.... 

• Grieken vertelden elkaar allerlei verhalen over goden, halfgoden en helden > (Griekse )Mythen. 
  
  
• Vaak een gebeurtenis die gebeurd was maar daarna doorverteld en ‘spannender’ gemaakt dan het was.
   

Van Mythe...

Stel je voor....

   ...naar wetenschap           (600 v Chr)

De wereld/natuur begrijpen door: 

• observeren/ bestuderen
  
• redeneren 
• => Filosofen (vrienden van de wijsheid)
• => wetenschap 
  

Contact met volken met andere mythen zorgt voor twijfel. 

Thales van Milete

Filmpje

Filosofen

Grieken die zelf gingen nadenken over natuur verschijnselen noemen we Filosofen. (Sofia = wijsheid, opzoek naar wijsheid)

Alexandrië was het belangrijkste centrum voor wetenschap in de hellenistische tijd. Vanuit Alexandrië werd de kennis verspreid over de bekende wereld. 

Hippokrates

• Grondlegger moderne geneeskunde -> 430 v.Chr. pest in Athene -> viel H. op dat bijna geen smid de pest had -> goed stoken en lijken verbranden - daarvoor was dit straf van de goden

Socrates

De mens begrijpen

• Eén van de belangrijkste Atheense filosofen
• Goed en kwaad 
• Socratische manier van vragen stellen
• Oplossen van problemen

Zoek je maatje

Iedereen krijgt een begrip / gebeurtenis

Zoek de persoon die past bij jouw begrip / gebeurtenis! 

Je gaat samen uitleggen aan de klas waarom jullie bij elkaar passen 

- Wat betekenen jullie begrippen?

- Wat hebben ze met elkaar te maken?

Klaar?

Lees op blz 37 van je boek het kopje oorzaak en gevolg

Bedenk voor jezelf een oorzaak en een gevolg die daarbij hoort mee (mag van alles zijn) 

Gaan we de volgende keer mee aan de slag

Les doel check 

Wat heb je geleerd?