Godsdienst vs. Zedenleer

Godsdienst vs. Zedenleer

Leerdoel

Aan het einde van deze les weet je wat het verschil is tussen godsdienst en zedenleer.

Leg aan het begin van de les uit wat de leerdoelen zijn en wat de studenten aan het einde van de les moeten kunnen.

Wat weet je al over het verschil tussen godsdienst en zedenleer?

Wat is godsdienst?

Godsdienst is een verzameling van overtuigingen en praktijken die betrekking hebben op het goddelijke of spirituele.

Leg uit wat godsdienst is en vraag studenten om voorbeelden te geven.

Wat is zedenleer?

Zedenleer is een vak op school dat zich bezighoudt met de moraal en ethiek van menselijke handelingen.

Leg uit wat zedenleer is en hoe het verschilt van godsdienst.

Verschillen tussen godsdienst en zedenleer

- Godsdienst is gebaseerd op geloof en spiritualiteit, terwijl zedenleer is gebaseerd op ethische overtuigingen.
- Godsdienst gaat vaak over het aanbidden van een god of hogere macht, terwijl zedenleer gaat over menselijke handelingen en gedrag.
- Godsdienst is vaak verbonden met religieuze instellingen en organisaties, terwijl zedenleer vaak wordt onderwezen op scholen.

Geef enkele voorbeelden van hoe godsdienst en zedenleer verschillen van elkaar.

Waarom is het belangrijk om het verschil te kennen?

Het is belangrijk om het verschil tussen godsdienst en zedenleer te kennen, omdat het ons kan helpen om een beter begrip te krijgen van verschillende culturen en tradities. Ook kan het ons helpen om ons eigen morele en ethische kader te ontwikkelen.

Leg uit waarom het belangrijk is om het verschil tussen godsdienst en zedenleer te kennen.

Hoe worden godsdienst en zedenleer behandeld in België?

In België hebben zowel godsdienst als zedenleer een plaats in het onderwijs. Scholen zijn verplicht om zowel godsdienstonderwijs als zedenleer aan te bieden, maar ouders en studenten hebben de keuze om hier al dan niet aan deel te nemen.

Leg uit hoe godsdienst en zedenleer worden behandeld in het Belgisch onderwijssysteem.

Interactief element: Groepsdiscussie

Verdeel de klas in groepen en laat ze discussiëren over de voor- en nadelen van het onderwijzen van godsdienst en zedenleer op scholen.

Verdeel de klas in groepen en laat ze discussiëren over de voor- en nadelen van het onderwijzen van godsdienst en zedenleer op scholen.

Wat hebben we geleerd?

We hebben geleerd wat het verschil is tussen godsdienst en zedenleer en waarom het belangrijk is om dit verschil te kennen. We hebben ook geleerd hoe godsdienst en zedenleer worden behandeld in België.

Vat samen wat er tot nu toe is geleerd in de les.

Video: Godsdienst vs. Zedenleer

Bekijk samen een video over het verschil tussen godsdienst en zedenleer.

Zoek een geschikte video die het verschil tussen godsdienst en zedenleer uitlegt.

Interactief element: Mindmap

Maak een mindmap van alle verschillende religies en ethische stromingen die je kent.

Laat de studenten in groepen werken en maak een mindmap van alle verschillende religies en ethische stromingen die ze kennen.

Huiswerkopdracht

Maak een vergelijking tussen de religie en ethische overtuigingen van twee verschillende culturen.

Geef de studenten een opdracht om een ​​vergelijkende studie te doen van de religie en ethische overtuigingen van twee verschillende culturen.

Reflectie

Denk na over wat je hebt geleerd in deze les en hoe je dit kunt toepassen in je eigen leven.

Laat de studenten nadenken over wat ze in deze les hebben geleerd en hoe ze dit kunnen toepassen in hun eigen leven.

Bronnen

- https://nl.wikipedia.org/wiki/Zedenleer
- https://nl.wikipedia.org/wiki/Godsdienst
- https://www.onderwijskiezer.be/v2/secundair/sec_onderw_detail.php?richting=Zedenleer&var=1
- https://www.katholiekonderwijs.vlaanderen/godsdienst-en-zedenleer-op-school

Vermeld de bronnen die zijn gebruikt bij het maken van de les.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.