De grote NT2 Kerstquiz - 2023 - A2


Kerst
1 / 51
next
Slide 1: Slide
NT2Middelbare schoolBasisschoolvmbo lwooGroep 8Leerjaar 1

This lesson contains 51 slides, with interactive quizzes, text slides and 5 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson


Kerst

Slide 1 - Slide

Kerstquiz 2024
Ho! Ho! Ho! MERRY QUIZMAS!!!!

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Wat zegt de kerstman?
A
Hohoho
B
Hahaha
C
Hihihi
D
Hehehe

Slide 4 - Quiz

Kijk 1 minuut naar het plaatje op de volgende slide.

Slide 5 - Slide

timer
1:00

Slide 6 - Slide

Hoeveel koekjes zag je op het vorige plaatje?
A
4
B
5
C
6
D
7

Slide 7 - Quiz

Hoeveel letters heeft het woord?

Slide 8 - Slide

Hoeveel letters zitten er in het woord 'kerst'?
A
6
B
5
C
8
D
20

Slide 9 - Quiz

Hoeveel letters zitten er in het woord 'rendier'?
A
8
B
4
C
7
D
10

Slide 10 - Quiz

Hoeveel letters zitten er in het woord 'kerstboom'?
A
9
B
8
C
10
D
11

Slide 11 - Quiz

Hoeveel letters zitten er in het woord 'kerstfeest'?
A
9
B
10
C
11
D
12

Slide 12 - Quiz

Hoeveel letters heeft het woord 'kerstkaarten'?
A
21
B
11
C
12
D
22

Slide 13 - Quiz

Kijk 30 seconden naar het plaatje op de volgende slide.

Slide 14 - Slide

timer
0:30

Slide 15 - Slide

Hoeveel rode kerstballen zie je?
Klik hier!
A
10
B
12
C
14
D
16

Slide 16 - Quiz

2

Slide 17 - Video

00:12
Welk woord moet je hier schrijven?
Oh dennenboom, oh dennenboom, wat zijn je _________ wonderschoon?
A
taken
B
tokken
C
tikken
D
takken

Slide 18 - Quiz

00:40
Welk woord schrijf je hier?
Ik heb je laatst in 't ______ zien staan.
A
gras
B
school
C
bos
D
boos

Slide 19 - Quiz

Kijk 1 minuut naar het plaatje op de volgende slide.

Slide 20 - Slide

timer
1:00

Slide 21 - Slide

Hoeveel sokken zag je op de foto?
A
2
B
3
C
4
D
5

Slide 22 - Quiz

Kerstweetjes

Slide 23 - Slide

Hoe zeg je 'fijne kerst' in het Engels?
A
Winter Wonderland
B
Holiday
C
Happy new year
D
Merry Christmas

Slide 24 - Quiz

Wanneer vieren we Eerste Kerstdag?
A
23 december
B
24 december
C
25 december
D
26 december

Slide 25 - Quiz

Wat moet je onder een hangende mistletoe doen ?
A
Elkaar de hand geven
B
Elkaar een kus geven
C
Alleen maar huilen
D
Kerstliedjes zingen

Slide 26 - Quiz

Wat vieren wij met kerst?
A
De geboorte van Jezus
B
De geboorte van Kerstman
C
De geboorte van Mevrouw Hilde
D
De geboorte van God

Slide 27 - Quiz

Welke kleuren heeft het pak van de kerstman?
A
Rood en wit
B
Groen en rood
C
Rood en zwart
D
Rood en roze

Slide 28 - Quiz

Waar woont de kerstman?
A
Noordpool
B
Nederland
C
Spanje
D
Amerika

Slide 29 - Quiz

Oh nee, ook een kerstboodschap van de Minions ...
Kijk 1 minuut naar 'The Minions
timer
1:00

Slide 30 - Slide

Hoeveel Minions droegen er een kerstmuts in dit filmpje?
A
Allemaal
B
Drie
C
Een
D
Twee

Slide 31 - Quiz

5

Slide 32 - Video

Slide 33 - Video

00:25
Welk woord is weg?
.. gaan wij weer met hem _______
A
nee
B
mei
C
mee
D
neu

Slide 34 - Quiz

00:36
Welk woord is weg?
.. en _______ zit voorop
A
oma
B
apo
C
mama
D
opa

Slide 35 - Quiz

00:51
Wat zing je?
Jingle ____
A
Bills
B
Balls
C
Bells
D
Bulls

Slide 36 - Quiz

01:23
Hoeveel sneeuwmannen zag je?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 37 - Quiz

01:33
Welk woord is weg?
.. en ik hou me stevig _______
A
vist
B
vest
C
vaast
D
vast

Slide 38 - Quiz

3

Slide 39 - Video

Kijk 2 minuten naar het plaatje op de volgende slide.

Slide 40 - Slide

timer
2:00

Slide 41 - Slide

Hoeveel kaarsen branden er?
Klik hier!
A
10
B
11
C
12
D
13

Slide 42 - Quiz

Wie is bijna kaal?
Klik hier!
A
De mama
B
De papa
C
De jongen
D
Het meisje

Slide 43 - Quiz

Welke kleur heeft de jurk van mama?
Klik hier!
A
Groen
B
Blauw
C
Geel
D
Rood

Slide 44 - Quiz

Hoeveel kerstballen hangen er in de boom?
Klik hier!
A
16
B
17
C
19
D
18

Slide 45 - Quiz

Hoe lang duurt de Kerstvakantie?
A
2 maanden
B
2 dagen
C
2 uren
D
2 weken

Slide 46 - Quiz


Wanneer moeten jullie weer naar school komen?
A
6 januari 2025
B
6 januari 2024
C
6 januari 2023
D
1 januari 2024

Slide 47 - Quiz

00:12
Wat doen de Muppets?
A
Huilen
B
Lachen
C
Voetballen
D
Zingen

Slide 48 - Quiz

00:40
Wat houdt het monster vast?
A
Twee katten
B
Twee bellen
C
Twee pennen
D
Twee stoelen

Slide 49 - Quiz

01:06
Wat gebeurt er?
A
De bel valt naast hem.
B
De bel valt onder hem.
C
De bel valt voor hem.
D
De belt valt op hem.

Slide 50 - Quiz

Geniet van jullie vakantie!

Slide 51 - Slide