This lesson contains 12 slides, with interactive quiz and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Oriëntatie op de gezondheidszorg
Hoofdstuk 9
Kennismaken met de doelgroep
de oudere zorgvrager
Slide 1 - Slide
This item has no instructions
Begrippenlijst
Neem deze in zorgpad in hoofdstuk 9.1 door
Slide 2 - Slide
In teams in de bijlage van de opdracht geplaatst
Levensperspectief
toen en nu
https://www.canonvannederland.nl/
Slide 3 - Slide
This item has no instructions
verschillen in levensperspectief toen en nu
Slide 4 - Mind map
This item has no instructions
Wat zijn de kenmerken van:
De vooroorlogse generatie
De stille generatie
De protestgeneratie
De generatie X of Nix
De generatie met een migratieachtergrond
Wat is het belang van kennis hierover als verpleegkundige?
timer
10:00
Slide 5 - Slide
Lees paragraaf 9.2 en zoek de kenmerken op.
Klassikaal nabespreken en de spinner gebruiken om verschillende mensen aan het woord te laten komen.
Verouderen
kenmerken...
Slide 6 - Slide
This item has no instructions
Kenmerken
spierkracht
conditie
prikkels
weerstand
Slide 7 - Slide
De spierkracht wordt minder, spieren worden slapper.
De conditie (het vermogen om zich in te spannen en te herstellen) wordt minder.
Prikkels worden langzamer verwerkt.
De weerstand tegen ziektes wordt minder.
Normale veroudering
Verhoogt de kans op verschillende aandoeningen, per orgaanstelsel
Hart en bloedvaten
Luchtwegen
Spijsvertering
Urinewegstelsel
Bewegingsapparaat
Zintuigen
Lymfestelsel
Centraal zenuwstelsel
Slide 8 - Slide
This item has no instructions
Lichamelijke veroudering
vermoeidheid
kortademigheid
verminderde eetlust
anders reageren op medicatie
minder bewegen
slaapproblemen
Slide 9 - Slide
This item has no instructions
Psychische aspecten
Veranderingen in de hersenen, langzamer werken
Cognitieve functies
het onthouden van dingen
de concentratie
het opnemen van nieuwe informatie
het reageren op prikkels
meerdere dingen tegelijk doen
het schakelen van één activiteit naar een andere
Slide 10 - Slide
This item has no instructions
Zingeving
Gezondheid:
Verbondenheid:
Individualiteit:
Activiteiten:
Godsdienst:
timer
10:00
Slide 11 - Slide
1. ouderen moeten in staat zijn om dingen te doen die ze gewend zijn te doen of nog willen doen.
2. betekenis geven aan relaties met anderen, bijvoorbeeld als de partner van de oudere sterft of als de eigen wereld kleiner wordt door ziekte of een beperking.
3. persoonlijke ontwikkeling (cursussen voor ouderen) en autonomie (zo lang mogelijk zelfstandig blijven).
4. na het pensioen krijgen ouderen de mogelijkheid om een nieuwe zinvolle dagbesteding te zoeken.
5. ouderen zijn opgegroeid in een tijd waarin het geloof een grote rol speelde. In deze levensfase kan het geloof helpen bij het omgaan met ziekte en sterven.
Sociaal netwerk
Sociaal isolement:
het overlijden van de partner, broers en zussen
kinderloosheid of geen kinderen meer hebben
weinig contact met de kinderen, die misschien ver weg wonen
een slecht contact met de kinderen of andere familieleden