les Nederlands h.3 lezen herhaling


  1. Bespreken opdr. 2 h.3 LEZEN theorie 



1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson


  1. Bespreken opdr. 2 h.3 LEZEN theorie 



Slide 1 - Slide

Inleiding:

In de inleiding wordt duidelijk gemaakt waar de tekst over gaat.

Vaak gebeurt dat met:

1. een voorbeeld
2. een (grappig) verhaaltje (anekdote) of
3. een bijzondere situatie.
 
Daarmee wordt de lezer nieuwsgierig naar de rest van de tekst.




Slide 2 - Slide

Slot:

  • een conclusie  
  • een korte samenvatting
  • Er wordt ook wel naar de toekomst gekeken of
  • er wordt aangesloten bij de inleiding, zodat het verhaal mooi ‘rond’ is.   

  • Bij nieuwsberichten ontbreekt vaak het slot. 
  • In deze berichten staat het belangrijkste altijd in het begin van de tekst.


 




Slide 3 - Slide


Hoofdgedachte
 
  • Hoofdgedachte: is één volledige zin, die samenvat wat in de tekst over het onderwerp gezegd wordt.  

  • Je vindt de hoofdgedachte vaak in de inleiding of het slot.


  • Soms moet je die zelf formuleren.

Slide 4 - Slide


Precies lezen:
 
  • Je leest de tekst van het begin tot het eind heel nauwkeurig.

  • Om de hoofdgedachte van de tekst te bepalen, moet je de tekst precies lezen. 



Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Trouwen voor één dag
[1]

Wil je weleens weten hoe het is om te trouwen? Dan kun je bij Jona Rens terecht. Jona is directeur van haar eigen ‘liefdeskapel’ in de Amsterdamse wijk de Pijp. Daar kun je een huwelijksceremonie beleven met alles erop en eraan, want een sprookjesjurk, jacquet, ringen, een foto en een (plastic) bruidsboeket zijn bij het geheel inbegrepen. Ook een koets of zangers kunnen desgewenst geregeld worden. Het verschil met een ‘echt’ huwelijk is dat je na de feestelijke dag niet meer aan je partner ‘vastzit’, want officieel ben je niet getrouwd.


Slide 7 - Slide


Wat is het onderwerp van deze tekst?

Slide 8 - Open question


Waarom is deze alinea een goede inleiding?

A
Er staat een voorbeeld in
B
Er wordt een anekdote verteld
C
Er wordt een bijzondere situatie geschetst
D
Er wordt een conclusie gegeven

Slide 9 - Quiz


1. Wat zijn deelonderwerpen? 
2. In welk tekstdeel vind je de deelonderwerpen?

Slide 10 - Open question

[3]
Elf jaar geleden begon het allemaal spontaan. Jona: ‘Ik stond met een vriendin op Koninginnedag op de vrijmarkt. We hadden een paar bruidsjurken en een bak vol plastic ringetjes. Daar wilde ik iets mee, maar ik wist niet precies wat. Toen liep er een vriend met zijn nieuwe vriendin langs onze kraam. Tegelijkertijd riepen mijn vriendin en ik: ‘We gaan jullie trouwen.’ Veel bezoekers van de vrijmarkt bleven staan om getuige te zijn. De rest van de dag stonden de mensen in de rij om ook zo’n ceremonie mee te maken.’



Slide 11 - Slide


Welk kopje past boven deze alinea?

A
De 'trouwdag'
B
Echte ceremonie
C
Serieus bedrijf
D
Ontstaan

Slide 12 - Quiz

[6]
Voor de lol een keer ‘ja’ zeggen, je geliefde een gekke verrassing bezorgen of even oefenen voor later – er zijn veel redenen om bij Jona ‘een liefdevolle herinnering’ te boeken. Er zijn geen voorwaarden. Zo mag werkelijk iedereen met elkaar trouwen. ‘We hebben soms ook adoptiekinderen met hun nieuwe ouders: die trouwen met z’n drieën of vieren. Dat is zo ontroerend: ze laten dan heel bewust aan elkaar weten dat ze ervoor kiezen samen een gezin te vormen.’ Ook leeftijd doet er niet toe. ‘Straks komt er een jongetje van negen dat met zijn buurmeisje gaat trouwen.’ Zelfs trouwen met je huisdier of met een voorwerp is toegestaan. ‘Ik heb ooit eens iemand getrouwd met een kunstwerk’, zegt Jona.


Slide 13 - Slide


Welk kopje past boven deze alinea?

A
De 'trouwdag'
B
Alles kan
C
Sprookje
D
Serieus bedrijf

Slide 14 - Quiz

- Maak opdracht 2 nu af.
- Maak daarna een schema
  (of mindmap) waarin
  je de theorie van h.3 LEZEN
  uitwerkt.

Inleiding
 - Noem drie manieren 
   hoe een schrijver het
   onderwerp duidelijk kan 
   maken.

Aan de slag!
Slot
- Noem vier manieren 
   hoe een schrijver een tekst
   kan afsluiten.

Hoofdgedachte
- Wat is dat?

Precies lezen
- Wat doe je dan?
- Wat kom je dan te weten?

Slide 15 - Slide