What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
HA3: Periode D: herhaling Modalverben
Modalverben
Üben mit
1 / 30
next
Slide 1:
Slide
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
This lesson contains
30 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
30 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Modalverben
Üben mit
Slide 1 - Slide
Wat zijn Modalverben?
Dit zijn werkwoorden die in een zin aangeven met welk gevoel iets gebeurt.
In het Duits zijn dit de woorden dürfen, können, mögen, müssen, sollen, wollen en wissen.
Slide 2 - Slide
https:
Slide 3 - Link
Wat betekent dürfen ?
Slide 4 - Open question
Wat betekent können ?
Slide 5 - Open question
Wat betekent mögen ?
Slide 6 - Open question
Wat betekent möchten ?
Slide 7 - Open question
Opdracht 1
Zoek de goede vorm
Slide 8 - Slide
Warum ...... (können) du morgen nicht kommen?
A
könnst
B
kanst
C
kannst
D
kan
Slide 9 - Quiz
Wie lange ....... (dürfen) ihr bleiben?
A
darf
B
darft
C
dürft
D
dürftet
Slide 10 - Quiz
Weißt du, ob er Spinat ....... (mögen).
A
mag
B
magt
C
mög
D
mögt
Slide 11 - Quiz
Herr Lehrer, das ...... (können) Sie doch nicht machen.
A
kannen
B
können
C
konnen
D
könnt
Slide 12 - Quiz
Er ....... (dürfen) bis 12 Uhr ausgehen.
A
darf
B
darft
C
dürft
D
dürf
Slide 13 - Quiz
Ich will etwas für euch kaufen. ...... (mögen) ihr Gummibärchen?
A
magt
B
mögt
C
mögen
D
mag
Slide 14 - Quiz
Opdracht
Vervoeg het modale werkwoord in combinatie met het juiste persoonlijk voornaamwoord
Slide 15 - Slide
Kannst du schwimmen? Ja, ........... ..........
gut schwimmen
Slide 16 - Open question
Kann ich kommen?
Diese Woche ................... ..... leider nicht kommen.
Slide 17 - Open question
Was mögen Sie am liebsten? Eis .......... .............
am liebsten, aber ohne Sahne
Slide 18 - Open question
Darf ich nach Hause? Nein, ......... .............
noch nicht nach Hause.
Die Arbeit ist noch nicht fertig
Slide 19 - Open question
Können wir helfen? Nein, hiermit ................. .............
nicht helfen. Danke.
Slide 20 - Open question
opdracht 3
Zet elk werkwoord op de juiste plek
Slide 21 - Slide
Ich ........... um 22 Uhr zu Hause sein.
Nein, Ich .................. noch nicht in die Disko gehen.
Ich ................ sehr gut schwimmen
Ich ............. Eis
darf
muss
kann
mag
Slide 22 - Drag question
Opdracht 4
Zet elk werkwoord op de juiste plek
Slide 23 - Slide
ich
du
er sie es
wir
ihr
sie Sie
möchtest
möchte
möchten
möchte
möcht
möchten
möchtet
möchte
Slide 24 - Drag question
Opdracht 5
Corrigeer de fouten
Slide 25 - Slide
Ihr darft euere Bücher nicht vergessen.
Slide 26 - Open question
Ich kanne morgen leider nicht mitgehen.
Slide 27 - Open question
Musst ihr unbedingt in die Stadt gehen?
Slide 28 - Open question
Und ihr, was für Eis magt ihr?
Slide 29 - Open question
Vertaal de volgende zin in het Duits
'graag zouden willen'
Slide 30 - Open question
More lessons like this
Modale werkwoorden Duits 3t
May 2024
- Lesson with
31 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t, mavo, havo
Leerjaar 2-4
Modale werkwoorden
January 2024
- Lesson with
25 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Modale werkwoorden Duits 3t
March 2022
- Lesson with
34 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t, mavo, havo
Leerjaar 2-4
Modale werkwoorden Lektion 4
November 2022
- Lesson with
28 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Modale werkwoorden
June 2023
- Lesson with
36 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Modale werkwoorden
September 2023
- Lesson with
32 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Modale werkwoorden Lektion 4
November 2023
- Lesson with
36 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Modale werkwoorden Wiederholung
February 2023
- Lesson with
34 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3