-Reizen makkelijk door vliegtuigen, treinen en auto's
belangstellingen andere culturen
-werkelijkheid wordt met foto's vastgelegd
Maatschappelijke en technische ontwikkelingen
Slide 5 - Slide
Kunstenaars twijfelen over de waarde van de traditionele kunst en gaan zich anders uiten
propaganda
antikunst
Waarom is dit antikunst en waarom past dit binnen het gedachtengoed van het Modernisme
Slide 6 - Slide
Wat speelde er een rol bij de opkomst van het modernisme in Europa?
A
Twee wereldoorlogen
B
Industrialisering
C
Opkomst computer
D
Opkomst fotografie
Slide 7 - Quiz
IMPRESSIONISME
breken met de regels
Slide 8 - Slide
noem 3 redenen waarom dit schilderij niet voldoet aan de heersende regels van de academie
Slide 9 - Open question
Schaduw
Ontdekking dat schaduw kleur bevat (is niet zwart/grijs)
Schaduw geeft geen vermindering van kleur
Schaduw bevat de complementaire kleur
Slide 10 - Slide
-direct hun waarneming( impressie)
-plein air
-vangen van licht en kleur
-toetsmatig
-snapshot( door afsnijding)invloed van de fotografie
Slide 11 - Slide
schaduwen hebben kleur
Slide 12 - Slide
Claude Monet, Kathedraal van Rouen, 1890-1894
Impressie (waarneming, moment)
Licht en kleurgebruik
En plein air schilderen
Slide 13 - Slide
Noem drie redenen waarom dit schilderij, ‘Impressie van zonsopgang’, van Claude Monet geweigerd werd op de Salon.
1. Onderwerp:
2. Kleur:
3. Techniek:
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
Jugendstil
Die Jugend (tijdschrift) 1886 - 1914
Kenmerk: bloem- en plantmotieven. Decoratief.
Reactie op het impressionisme.
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Video
Expressionisme
1905-1920
Uitgangspunt is persoonlijke beleving.
Werkelijkheid vervormd of schematisch. Bonte kleuren.
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Video
Bekijk afbeelding 1.1. Het schilderij dat Munch jaren later van deze bloedrode hemel maakte, heet De schreeuw, maar het had ook bekend kunnen worden onder een andere titel die de schilder overwoog: Angst.
1. Leg uit dat de titel Angst ook een geschikte titel voor het schilderij is.
Slide 20 - Slide
5. Leg uit waarom de kunstenaars in het begin van de twintigste eeuw
breken met de opvattingen uit voorafgaande eeuwen.
Slide 21 - Slide
In het expressionisme geldt het volgende:
A
subjectiviteit van de waarneming
B
objectiviteit van de waarneming
C
verzelfstandiging van beeldaspect kleur
D
uiting van persoonlijk gevoelens
Slide 22 - Quiz
Fauvisme
Felle kleuren (soms omlijnd)
Geen ruimtesuggestie
"De schilders versieren het vlak als het ware, de uitbeelding hoeft niet natuurgetrouw te zijn."
Slide 23 - Slide
De Stijl
Zoektocht naar de universele uitbeeldingsvorm in geometrische vlakken, horizontale en verticale lijnen.
Primaire kleuren, zwart/wit.
Slide 24 - Slide
Waarom past dit woonhuis binnen De Stijl?
Slide 25 - Mind map
Slide 26 - Video
Bij Mondriaan is sprake van:
A
stilering
B
nihilisering
C
abstrahering
D
compromisering
Slide 27 - Quiz
Slide 28 - Video
Constructivisme
1917 - 1924
Geometrische vormen
Objectieve benadering
Abstrahering
Slide 29 - Slide
Wat wilden kunstenaars met het constructivisme bereiken na de revolutie van 1917?
A
een nieuwe , eerlijke maatschappij
B
het volk opvoeden met kunst
C
individuele kunstzinnige uitingen
D
nieuwe geometrische vormentaal
Slide 30 - Quiz
Slide 31 - Video
Bauhaus
1919 - 1933
Samensmelting van kunst, ambacht & techniek
Zakelijke vormgeving
Slide 32 - Slide
Kubisme
1907- 1914
Alle vormen in de natuur zijn opgebouwd uit een bol, kegel en piramide.
Geometrische vormen & perspectieven
Slide 33 - Slide
Welk soort kubisme?
A
synthetisch kubisme
B
analytisch kubisme
C
geometrisch kubisme
D
biometrisch kubisme
Slide 34 - Quiz
Dadaïsme
1917– 1923
Antikunst
Collages, fotomontages, readymades en assemblages
Absurde voorstelling en chaotische vormgeving
Slide 35 - Slide
Wat zijn de verschillen tussen het Surrealisme & Magisch Realisme?
Slide 36 - Open question
Wat zijn de overeenkomsten tussen het Surrealisme & Magisch Realisme?
Slide 37 - Open question
Waarom hadden de expressionisten veel belangstelling voor 'niet-westerse' kunstenaars?
Slide 38 - Open question
Mondriaan beperkte zich tot rechte lijnen en primaire kleuren en niet-kleuren. Waarom?
A
omdat rood zijn lievelingskeur was
B
om een abstract werk te maken zonder emoties
C
om een harmonisch werk te maken, de wereld had behoeft aan evenwicht
D
om zijn emoties in banen te leiden
Slide 39 - Quiz
?
A
futurisme
B
kubisme
Slide 40 - Quiz
?
A
kubisme
B
dadaïsme
C
expressionisme
D
futurisme
Slide 41 - Quiz
wat is het verschil tussen voorstelling en vormgeving?
A
voorstelling is hoe iets wordt weergegeven, vormgeving wat er wordt weergegeven
B
voorstelling is wat er wordt weergegeven, vormgeving is hoe iets wordt weergegeven
C
voorstelling is op toneel, vormgeving is bij beeldende kunst
D
voorstelling vertelt een verhaal, vormgeving 'vertelt' een emotie