Les 4: (onder)voeding






Persoonlijke verzorging 3
Ondervoeding 1
1 / 34
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson






Persoonlijke verzorging 3
Ondervoeding 1

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Lesdoelen
  • De student weet wat ondervoeding is
  • De student weet wat de oorzaken zijn van ondervoeding
  • De student weet welke risicogroepen een verhoogd risico hebben op ondervoeding
  • De student weet wat de gevolgen zijn van ondervoeding

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wat is een goede voeding?

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Wat is een goede voeding?
Voedingsstoffen:
  • Koolhydraten
  • Vetten
  • Eiwitten
  • Vitamines
  • Mineralen

Met een gezond voedingspatroon krijg je van alle voedingsstoffen voldoende binnen. 

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

De eerste schijf van vijf is bedacht in 1953. Wat was NIET één van de groepen in de originele schijf?
A
Water
B
Groente, fruit, aardappelen
C
Vetten

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Hoeveel groente en fruit moet je volgens de nieuwe richtlijn (uit 2016) per dag eten?
A
250 g groenten en 2 stuks fruit
B
200 g groenten en 1 stuk fruit
C
200 g groenten en 2 stuks fruit
D
150 g groenten en 2 stuks fruit

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

In welk vak horen peulvruchten?
A
brood, graanproducten, aardappelen
B
zuivel, noten, vis, vlees en ei
C
groente en fruit

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Hoe vaak moet je vis eten volgens de Schijf van Vijf van 2016?
A
Eén keer per week
B
Twee keer per week
C
Drie keer per week

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Welke van de volgende producten staat NIET in de Schijf van Vijf?
A
Halvarine
B
Diepvriesgroente
C
Vruchtensap

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Hoeveel koppen groene thee raadt het voedingscentrum per dag aan?
A
één
B
twee
C
drie
D
geen limiet

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Welk broodbeleg zit sinds 2016 niet meer in de Schijf van Vijf?
A
Paté
B
Kipfilet
C
30+ kaas
D
Hagelslag

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Slide 13 - Video

This item has no instructions

Wat versta je onder ondervoeding?

Slide 14 - Mind map

This item has no instructions

Wat is ondervoeding?
Als je te lang te weinig eet, raak je ondervoed.

Bij ondervoeding is het verbruik van energie hoger dan wat er aan energie met de voeding binnenkomt. 

Het lichaam verzwakt 

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Criteria ondervoeding
  • Als iemand onbedoeld in een maand vier kilo afvalt (onvrijwillig)
  • Of in zes maanden meer dan vier kilo afvalt (onvrijwillig)
  • Dit geldt ook bij een persoon met overgewicht
  • Ook een BMI <22 kan risico op ondervoeding betekenen

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Iemand die aankomt in gewicht is niet ondervoed
A
Juist
B
Onjuist

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

ondervoeding komt voor bij?
A
mensen met ondergewicht
B
mensen met een normaal gewicht
C
mensen met overgewicht
D
alle bovenstaande

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Hoe herken je ondervoeding?
  • Gewichtsverlies zonder dat dit de bedoeling is (ook bij overgewicht!)
  • Kleding die te wijd wordt of een horloge dat losser om de pols zit
  • een slechte eetlust
  • een (te) laag gewicht
  • vermoeidheid of een slechte conditie

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Hoe ontstaat ondervoeding?
Als mensen ziek zijn, eten ze vaak minder. 

Het lichaam verbruikt dan meer energie en voedingsstoffen. 

Stofwisseling verandert. Hierdoor verlaagt de weerstand. 

Er kunnen eerder complicaties ontstaan en wonden genezen minder snel. Dit leidt tot een vertraagd herstel.

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Welke oorzaken kunnen jullie benoemen voor ondervoeding?

Slide 21 - Mind map

This item has no instructions

Oorzaken van ondervoeding
  • Acute of chronische ziekte.
  • Verminderde voedselinname door een verminderde eetlust.
  • Moeilijkheden met kauwen, proeven, slikken of de vertering.
  • Maag- / darmklachten, misselijkheid.
  • Psychologische problemen, zoals angst, depressie of verdriet.
  • Sociale factoren, zoals eenzaamheid of geen mogelijkheid om eten te kopen of te bereiden.

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Welke risicogroepen hebben een verhoogd kans op ondervoeding?

Slide 23 - Mind map

This item has no instructions

Risicogroepen met een verhoogd risico op ondervoeding
  • Kwetsbare ouderen thuis, in een verzorgingshuid of woonzorgcentrum;
  • Cliënten die meerdere ziekten hebben, chronisch ziek zijn of veel medicatie gebruiken;
  • Cliënten met lichamelijke beperkingen;
  • Cliënten met een niet- passende gebitsprothese, kauw- of slikproblemen;
  • Cliënten (met name oudere en ernstige ziekte) die recent ontslagen zijn uit het ziekenhuis;
  • Cliënten met psychosociale problemen en verwaarlozing;
  • Cliënten met alcohol- of drugsmisbruik 











Slide 24 - Slide

This item has no instructions

0

Slide 25 - Video

https://e-nursing.nl/mijn_e_nursing


Wat zijn de gevolgen van ondervoeding?

Slide 26 - Mind map

This item has no instructions

Gevolgen van ondervoeding

  • verminderde weerstand
  • verminderde spiermassa
  • minder soepel bewegen
  • grotere kans op vallen
  • langzamer herstel na een operatie of ziekte
  • meer en ernstigere complicaties na een operatie

  • vertraagde wondgenezing
  • verhoogde kans op doorligwonden (decubitus)
  • verminderde hart- en longcapaciteit
  • lagere kwaliteit van leven
  • sociaal isolement
  • verhoogde kans op overlijden

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Duizeligheid
Valgevaar
Let op!

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Adviezen ondervoeding

  • Zorg dat de maaltijd er zo aantrekkelijk mogelijk uitziet
  • Neem bewust tijd om te eten en goed te kauwen.
  • Eet vaker per dag kleinere porties
  • Probeer bij elke maaltijd of tussenmaaltijd een (soja) melkproduct te gebruiken.
  • Sla geen maaltijden over
  • Kies niet voor suikervrije, light, halfvolle of magere producten.
  • Kies voor kant en klare gerechten
  • Eet gevarieerd en probeer verschillende voedingsmiddelen uit.
  • Kies als er geen trek is in warm eten, voor een koude maaltijd.

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Lesdoelen
  • De student weet wat ondervoeding is
  • De student weet wat de oorzaken zijn van ondervoeding
  • De student weet welke risicogroepen een verhoogd risico hebben op ondervoeding
  • De student weet wat de gevolgen zijn van ondervoeding

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Wat is een goede voeding?
Voedingsstoffen:
  • Koolhydraten
  • Vetten
  • Eiwitten
  • Vitamines
  • Mineralen
Wat is het? Welke soorten zijn er? Wat is de functie? Hoeveel heb je ervan nodig? In welke voedingsmiddelen zit het?

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

En verder...to do
Onderzoek welke voedingstoffen er zijn en wat hun functie is. Welke voedingsstoffen extra belangrijk bij ziekte en/of ouder worden?

Breng van 2 cliënten in kaart wat ze gedurende een dag eten (observeer of vraag na) en vul daarbij het schema in om een voedingsadvies schrijven (zie Dulon online)

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Slide 34 - Slide

This item has no instructions