What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
NPO 3e klas oefenen toetsweek
Bonjour!
Qu'est-ce qu'on va faire aujourd'hui?
- toetsweek stof herhalen! -- > connaître en de trappen van vergelijking
1 / 19
next
Slide 1:
Slide
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
This lesson contains
19 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
45 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Bonjour!
Qu'est-ce qu'on va faire aujourd'hui?
- toetsweek stof herhalen! -- > connaître en de trappen van vergelijking
Slide 1 - Slide
Wat betekent Connaître
Slide 2 - Open question
Connaître - Présent
(ik ken)
Je connais
Tu connais
Il/Elle/On connait
Nous connaissons
Vous connaissez
Ils/Elles connaissent
Connaître - Passé Composé
(ik heb gekend)
J' ai connu
Tu as connu
Il/Elle/On a connu
Nous avons connu
Vous avez connu
Ils/Elles ont connu
Slide 3 - Slide
Connaître - Imparfait
(ik kende)
Je connaissais
Tu connaissais
Il/Elle/On connaissait
Nous connaissions
Vous connaissiez
Ils/Elles connaissaient
Connaître - Futur Simple
(ik zal kennen)
Je connaitrai
Tu connaitras
Il/Elle/On connaitra
Nous connaitrons
Vous connaitrez
Ils/Elles connaitront
Slide 4 - Slide
Wat is de juiste vorm van het werkwoord "connaitre" in de futur simple?
A
Je connaitrais
B
Je connaitrai
C
Je connaissais
D
Je suis connu
Slide 5 - Quiz
Wat is de juiste vorm van het werkwoord "connaitre" in de passe compose?
A
Tu es connu
B
Tu as connu
C
Tu connaissais
D
Tu connaitras
Slide 6 - Quiz
welke vorm is juist?
wij kennen
A
nous connaissons
B
nous connaitrons
C
nous connaîssons
D
nous connons
Slide 7 - Quiz
Welke vorm is GEEN juiste vorm van connaître?
A
ils connaissent
B
tu as connu
C
elle connais
D
nous connaissions
Slide 8 - Quiz
trappen van vergelijking / les comparaisons
plus ..... que
aussi ........que
moins .........que
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Hoe maak je in het Frans de vergrotende trap?
Bv. groter / interessanter
A
Plus + bijvoeglijk naamwoord
B
Super + bijvoeglijk naamwoord
C
Le/La/Les plus + bijvoeglijk naamwoord
D
Moins + bijvoeglijk naamwoord
Slide 11 - Quiz
Pim est (groter)
A
le plus grand
B
moins grand
C
moins grand
D
plus grand
Slide 12 - Quiz
Hoe maak je in het Frans de overtreffende trap?
Bv de grootste / de knapste
A
Plus + bijvoeglijk naamwoord
B
Super + bijvoeglijk naamwoord
C
Le/La/Les plus + bijvoeglijk naamwoord
D
Moins + bijvoeglijk naamwoord
Slide 13 - Quiz
Pierre est (de rijkste)
A
plus riche
B
moins riche
C
le plus riche
D
riche
Slide 14 - Quiz
Marc is ouder dan Marie
A
Marc est plus vieux que Marie
B
Marc est aussi vieux que Marie
C
Marc est moins vieux que Marie
D
Marc est plus vieille que Marie
Slide 15 - Quiz
Jean est né en 2005. Paul est né en 2006. Paul est donc....
A
plus âgé
B
moins âgé
C
aussi âgé
Slide 16 - Quiz
Marianne est (= gentil) que sa soeur.
Slide 17 - Open question
Obélix est (intelligent -) qu'Astérix.
Slide 18 - Open question
c'est fini
Slide 19 - Slide
More lessons like this
Connaitre 3H
April 2023
- Lesson with
28 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Les klas 3 - connaître
January 2022
- Lesson with
10 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Unité 5 grammaire LS
May 2023
- Lesson with
27 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Les klas 3 - connaître
March 2020
- Lesson with
19 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
connaître - 13.1
March 2022
- Lesson with
15 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Chapitre 3 bron G
February 2021
- Lesson with
32 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
3H Ch3 Bron G cmf
January 2023
- Lesson with
23 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Werkwoord 3TL connaitre
April 2024
- Lesson with
19 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3