Bestaansmiddelen in Duitsland

Bestaansmiddelen in Duitsland
Paragraaf 2
1 / 14
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 2

This lesson contains 14 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Bestaansmiddelen in Duitsland
Paragraaf 2

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

voorkennis testen

Slide 2 - Slide

Wat zijn bestaansmiddelen? wat hoort daarbij? 

--> Woordweb. IK vraag aan de klas wat zij kunnen opnoemen of noem een leerling en vraag of zij iets op het bord willen schrijven
Leerdoel voor deze les
- De leerling schrijft aan het einde de beroepen in de juiste sector
- De leerling weet de verschillen tussen de sectoren op de noemen

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Bestaansmiddelen 
Bestaansmiddelen zijn manieren om een inkomen te verkrijgen --> meestal onderscheidt in landbouw, industrie en diensten. 

Er wordt een indeling gemaakt tussen: 
- primaire sector
- secundaire sector
- tertiaire sector
B193

Slide 4 - Slide

bestaansmiddelen zijn manieren om een inomen te verkrijgen --> vaak onderscheidt tussen
Primaire sector
Bij een primaire sector hoort het werk waar producten regelrecht uit de natuur worden gehaald. 
Denk dan bijvoorbeeld aan: 
- Landbouw.
- Visserij.
- Mijnbouw (winning van delfstoffen). 

De producten uit de primaire sector worden
 verwerkt tot andere producten

Slide 5 - Slide

delfstoffen zoals ijzererts en aardolie
Secundaire sector
Het proces waarbij de producten uit de primaire sector worden verwerkt tot andere producten. 
Bij de secundaire sector horen: 
- de industrie 
- bouwbedrijven
- elektriciteit, gas - en waterleidingsbedrijven
- ambachtsbedrijven 

Ambacht: is een vak waarbij de iets met je handen doet. 

De auto industrie in Oost- Duitsland speelt hier een grote rol.

Slide 6 - Slide

bij ambachtsbedrijven moet je denken aan bijvoorbeeld meubelmaker, (edel)smeden en autoschadeherstel bedrijven.
pagina 122
Tertiaire sector
Bestaat uit bedrijven die geen echte producten maken, maar diensten verlenen. 
denk hierbij aan: 
- banken
- scholen
- ziekenhuizen

--> een andere naam is dienstensector

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Quartaire sector
Er bestaat ook nog een quartaire sector. 

Vaak worden hier dienstverlenende instanties en bedrijven in geplaatst die geen winst maken. 

--> daar zijn de meeste mensen in dienst van de overheid. 
Bijvoorbeeld: 
- Brandweer 
- Bibliotheken


Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Industrie
Industrie kun je verdelen in twee soorten: 
1. Zware industrie 
2. Lichte industrie 

De zware industrie bestaat uit bedrijven die veel ruwe grondstoffen gebruiken. Denk aan: steenkool, ijzererts en ruwe olie. 

Voorbeelden zijn bijvoorbeeld: hoogovens, staalfabrieken, scheepswerven & chemische fabrieken.
Het grootste deel van hun producten bestaat uit halffabricaten


B205

Slide 9 - Slide

halffabricaten zijn bewerkte grondstoffen die nog verwerkt moeten worden tot eindproduct.
Aan het begin van de industriële revolutie werkten bijna alle fabrieken met machines die door stoom werden aangedreven. 
--> water werd verhit met steenkool. 
Daarom vestigden fabrieken zich vaak bij de vindplaatsen van steenkool. 

De lichte industrie bestaat uit bedrijven die veel halffabricaten gebruiken.  Er worden dan veel consumentproducten gemaakt die te koop zijn in winkels. 
Voorbeelden zijn: 
- productie huishoudelijke apparaten
- kledingindustrie

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Diensten
De dienstensector kun je verdelen in twee groepen: 
1. tertiaire sector 
2. quartaire sector
Met de tertiaire sector wordt de commerciële dienstverlening bedoeld. Denk aan: handel, banken, transport, winkels en horeca. 

Met de quartaire sector bestaat uit niet-commerciële dienstverlening. Denk aan: gezondheidszorg, onderwijs, defensie en rechtspraak. 

!! De quartaire sector wordt vaak samengenomen met de tertiaire sector. 
B206

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

OPDRACHT
Wat gaan jullie doen?
timer
2:50

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

- Wat viel je op?
- Waren er beroepen die je lastig vond?
- Kun je voorbeelden bedenken van beroepen die in meerdere sectoren passen?
timer
2:00

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Wat weet je nu?

Slide 14 - Slide

This item has no instructions