Hoofdstuk 2 herhaling H3

• Economie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Henk spaart geld voor als zijn mobiel kapot gaat. Wat is zijn reden om te sparen?

1. Sparen voor een doel
2. Sparen uit voorzorg
3. Sparen voor de rente
4. Sparen als rekenmiddel

Bereken de enkelvoudige interest na 2 jaar sparen:
€1000 op de rekening tegen 2% rente

1. €40,00
2. €120,00
3. €60,00
4. €100,00

Richard heeft € 4.000,- op zijn spaarrekening staan en de rente is 5%. Ga uit van samengestelde interest.
Hoeveel staat er op zijn spaarrekening na 4 jaar?

1. € 4.600
2. € 4.631
3. € 4.800
4. € 4.862

Wat zijn de eigenschappen van een spaardeposito?

1. variabele rente en variabele looptijd
2. vaste rente en variabele looptijd
3. variabele rente en vast looptijd
4. vaste rente en vaste looptijd

Je leent € 900 voor de nieuwe iPhone 14 met maandelijkse termijnen van € 27,50. De looptijd van de lening is 3 jaar. Wat zijn de kredietkosten?

1. € 0
2. € 27,50
3. € 90
4. € 100

Wat is een doorlopend krediet?

1. Je kan tot een maximaal bedrag lenen. Dit mag je in delen of in een keer opnemen.
2. Rood staan
3. Je leent een bedrag en betaalt in gelijke termijnen terug
4. Leasen

Welk kenmerk heeft aan annuïteiten hypotheek?

1. maandelijks vast bedrag aan aflossing
2. maandelijks vast bedrag aan rente
3. maandelijks vast bedrag (aan aflossing en rente)
4. maandelijks dalend bedrag (aan aflossing en rente)

Joost leent € 50.000 bij de bank tegen 6% interest per jaar. Aflossing is lineair in 20 jaartermijnen. Wat lost Joost jaarlijks af op deze lening?

1. € 3.000
2. € 5.000
3. € 2.500
4. € 5.500

Hoe noemen we de prijs die je betaalt om jouw risico te verzekeren?

1. Premie
2. Solidariteit
3. Polis
4. Eigen risico

Hoe noemen we dat deel van de schade die de verzekerde zelf moet betalen?

1. Polisvoorwaarden
2. Risicoaversie
3. Premiedifferentiatie
4. Eigen risico

Wat is premiedifferentiatie ?

1. Mensen een premie berekenen die veel te hoog is
2. Mensen een premie berekenen niet bij hun risico past
3. Mensen een premie berekenen die anders dan anders is
4. Mensen een premie berekenen die bij hun risico past

Bereken de verzekeringskosten

1. €30.49
2. €13.60
3. €23.72
4. 1.2 x 2 x 8 = € 19.20

Wat is een directe belasting?

1. Accijns
2. btw
3. inkomstenbelasting
4. subsidie

Bereken het nettoloon:
Brutoloon: €3.000, Loonbelasting: €800, sociale premies: €150.

1. €3.950
2. €2.200
3. €2.050
4. €1.950

De consumenten prijs is €185 (inclusief BTW), de BTW is 9%. Wat is de prijs zonder BTW?

1. €168,35
2. €169,72
3. €185
4. €170

Hoe ga ik leren voor de toets en heb ik al geleerd voor de toets?