Les 16: Signaalwoorden

Signaalwoorden
Meest voorkomende signaalwoorden en verbanden

1 / 17
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1-4

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Signaalwoorden
Meest voorkomende signaalwoorden en verbanden

Slide 1 - Slide

Herhalen van signaalwoorden

Slide 2 - Slide

Wat is een signaalwoord?
• Verbindingswoorden

•Signaalwoorden geven het verband aan tussen zinsdelen, zinnen en alinea’s
  • Ze zijn belangrijk: je kunt snel zien waar een tekst naartoe gaat, het wordt op het examen gevraagd. 

Slide 3 - Slide

Tijdsverband
Voordat, nadat, eerst, daarna, wanneer, vroeger.

Vroeger, toen mensen nog geen telefoon hadden, stuurden ze wel eens een vogel met een boodschap. Later werd alles veel makkelijker. 

Slide 4 - Slide

Opsomming
En, ook, ten eerste, ten tweede, vervolgens, eerst

Eerst pak je de bloem,
daarna de melk,
vervolgens de eieren,
daarna mix je alles en bak je een pannenkoek.


Slide 5 - Slide

Oorzaak – gevolg
Door, doordat, waardoor, te danken aan

Doordat het regent, ben ik niet gaan sporten.

Slide 6 - Slide

Doel – middel
Om te, daarmee, waarmee, door middel van

We volgen deze les door middel van het volgen van een LessonUp.

Slide 7 - Slide


Voorbeeld/ toelichting
Een voorbeeld ( hier)van, ter illustratie, bijvoorbeeld, zoals

Bedreigde diersoorten, zoals panda's, worden beschermd.

Slide 8 - Slide

Verklaring / argument
Want, omdat, daarom, dus vanwege, immers,

Wie maakt er een zin voor dit tekstverband?

Slide 9 - Slide

Samenvatting / conclusie
Samengevat, kortom, dus, al met al, vandaar dat

Al met al heb je het goed gedaan!

Slide 10 - Slide

Ik hou van lezen omdat ik mezelf in een verhaal helemaal kan verliezen
A
tijd
B
voorwaarde
C
tegenstelling
D
reden

Slide 11 - Quiz

Voordat ik mijn lievelingsboek kon kopen, heb ik eerst gespaard
A
tijd
B
voorwaarde
C
tegenstelling
D
reden

Slide 12 - Quiz

Anna Woltz is mijn lievelingsschrijfster, terwijl mijn zus meer van Thea Beckman houdt
A
doel-middel
B
voorwaarde
C
tegenstelling
D
reden

Slide 13 - Quiz

In ieder verhaal komt wel een hoofdpersoon voor en ook een bijfiguur
Wat is het signaalwoord/zijn de signaalwoorden? Welk tekstverband?

Slide 14 - Open question

Een regisseur zal dus keuzes moeten maken bij het verfilmen van een boek.
Wat is het signaalwoord? Welk tekstverband?

Slide 15 - Open question

Dit was het voor wat betreft de signaalwoorden

We gaan een kahoot spelen!

Slide 16 - Slide

Aan de slag
Maak opdracht 1 en 2 op blz 53 en 54

Slide 17 - Slide