H4 Week 39 Wiederholung Redemittel_Schreiben_Hören_Lesen

Kapitel 1 - Beziehungen
1 / 19
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Kapitel 1 - Beziehungen

Slide 1 - Slide

Tagesordnung
1. Wiederholung Redemittel
2. Schreiben
3. Hören
4. Lesen

Slide 2 - Slide

Hoe vertaal je de volgende zin naar het Duits?
"Er is ruzie"
A
Es ist Streit
B
Es gibt Streit
C
Es ist Ruzie
D
Es gibt Ruzie

Slide 3 - Quiz

Hoe vertaal je de volgende zin naar het Duits?
"Ze zijn gescheiden"
A
Sie haben getrennt
B
Sie sind getrennt
C
Sie haben sich getrennt
D
Sie sind sich getrennt

Slide 4 - Quiz

Hoe vertaal je de volgende zin naar het Duits?
"Kom je dinsdagavond naar mijn feest?"
A
Kommen Sie Dienstagabend auf meine Party?
B
Kommen Sie am Dienstagabend an meinem Party?
C
Kommst du am Dienstagabend an meiner Party?
D
Kommst du am Dienstagabend zu meiner Party?

Slide 5 - Quiz

Hoe vertaal je de volgende zin naar het Duits?
"Hij is heel vriendelijk?"
A
Er ist sehr net
B
Er ist sehr nett
C
Er ist sehr sauber
D
Er ist sauber

Slide 6 - Quiz

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

ZIEL (Doel)
Je leert over vertrouwde 
onderwerpen schrijven 
en verwerkt daar 
werkwoordvormen in die je afgelopen hoofdstuk leerde

Slide 10 - Slide

VIDEO - 
GANZ LOCKER: Jugendliche blicken optimistisch in ihre berufliche Zukunft

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

deutsche Jugend
und Berufsmöglichkeiten
in Zukunft

Slide 13 - Mind map

Forum - in Zehn Jahren
Lies die Forumtexte 
von Marc und Iris auf Seite 32 

Slide 14 - Slide

Aufgabe 29
1. Was beschreiben die Jugendlichen?

Slide 15 - Open question

Aufgabe 29
2. Auf welchem Gebiet stimmen die Vorstellungen der Jugenslichen überein?

Slide 16 - Open question

Ergänze Übung 29 (3), 30, 31
Übung 29 (3) - Notiere zu jeder Person die Informationen aus dem Text
Übung 30- übersetze die Verbformen
übung 31 - übersetze die Sätze auf Deutsch

Slide 17 - Slide

HAUSAUFGABE - Aufgabe 32

Slide 18 - Slide

CHECKLISTE Schreiben
1. Heb ik alle punten in de opdracht verwerkt die gevraagd worden?
2. Heb ik onbekende woorden opgezocht?
3. Kloppen mijn werkwoorden?
4. Hebben voorzetsels juiste naamvallen?
5. Heb ik goed ontleed ?
6. Klopt mijn spelling?

Slide 19 - Slide