VAI

Begeleiden en ondersteunen A
Voorlichting, advies & instructie 
1 / 26
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Begeleiden en ondersteunen A
Voorlichting, advies & instructie 

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
  • Je kunt de kenmerken en het doel van voorlichting, advies en instructie beschrijven
  • Je kunt vier redenen noemen waarom preventie belangrijk is en deze uitleggen.
  • Je kunt verschillende preventieniveaus onderscheiden en je weet op welke doelgroep deze niveaus zich richten
  • Je kunt uitleggen wat de relatie is tussen voorlichting en de wet WGBO
  • Je ben in staat lichamelijke, geestelijke en sociale reacties van de zorgvrager op zijn gezondheidsproblemen te signaleren
  • Je kunt bij het geven van voorlichting en advies rekening houden met factoren die van invloed zijn op de gezondheid en het gedrag van mensen
  • Je kunt door het geven van voorlichting en advies zorgvragers stimuleren tot gedrag dat hun zelfredzaamheid, eigen kracht en gezondheid te goede komt
  • Je kunt bij het geven van voorlichting en advies gericht op preventie een planmatige aanpak hanteren.

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Voorlichting, advies en instructie
  • Preventie: maatregelen nemen om gezondheidsproblemen te voorkomen of om te voorkomen dat bestaande gezondheidsproblemen erger worden.

Voorlichting geven betekent dat je de zorgvrager informatie geeft over specifieke onderwerpen. 

Advies betekent dat je deskundige tips en raad geeft. Zoals over leef- en gedragsregels; hulpmiddelen; behandeling of therapie en onderzoek

Bij instructie leg je de zorgvrager iets uit en laat je zien hoe hij in een situatie het beste kan handelen.

Slide 4 - Slide

Voorlichting, advies of instructie
Bespreek in een groepje van vier studenten de volgende onderwerpen:
  • Geef aan in welke twee situaties op je werkplek je voorlichting kan geven.
  • Geef aan in welke twee situaties op je werkplek je advies kan geven.
  • Geef aan in welke twee situaties op je werkplek je instructie kan geven. 

Korte klassikale nabespreking. 

Slide 5 - Slide

Waarom is preventie belangrijk
  • Verergering van ziekten voorkomen.
  • Kosten besparen.
  • Zelfstandigheid stimuleren.
  • Gezondheid bevorderen. 

Slide 6 - Slide

Rechten en verantwoordelijkheid van de zorgvrager
  • Zelfbeschikkingsrecht
wettelijk recht op informatie om toestemming te geven voor behandeling.
  • Kiezen op basis van informatie over behandeling.
  • Eigen verantwoordelijkheid. 

Slide 7 - Slide

Wanneer is iemand ziek?

Slide 8 - Open question

Wanneer is iemand gezond?

Slide 9 - Open question

Ziekte (reguliere gezondheid)
Ziektediagnose: vastgestelde ziekte door een arts.
Ziektebeleving: is subjectief. Iedereen gaat op zijn eigen manier ermee om.
Ziektegedrag: iemand gedrag zich ziek. 

Slide 10 - Slide

Koos slikt drie pijnstillers per dag.
A
Ziektediagnose
B
Ziektebeleving
C
Ziektegedrag

Slide 11 - Quiz

Lee heeft hoofdpijn gekregen van een vergadering.
A
Ziektediagnose
B
Ziektebeleving
C
Ziektegedrag

Slide 12 - Quiz

Gezondheid en gedrag
  • Lichamelijke reacties (pijn, gewicht, eetlust, slaapritme en conditie)
  • Geestelijke reacties
  • Sociale reacties 

Slide 13 - Slide

Preventieniveaus
Universele preventie richt zich op de gezondheid van de gezonde bevolking. 

Selectieve preventie richt zich (ongevraagd) op groepen in de bevolking met een verhoogd risico.

Bij geïndiceerde preventie probeer je te voorkomen dat beginnende klachten verergeren tot een aandoening.

Het doel van zorggerelateerde preventie is te voorkomen dat een bestaande aandoening leidt tot complicaties, beperkingen, een lagere kwaliteit van leven of sterfte. 

Slide 14 - Slide

Een bewegingsprogramma voor mensen met overwicht is een voorbeeld van
A
Universele preventie
B
Selectieve preventie
C
Geïndiceerde preventie
D
Zorggerelateerde preventie

Slide 15 - Quiz

Een campagne tegen roken is een voorbeeld van
A
Universele preventie
B
Selectieve preventie
C
Geïndiceerde preventie
D
Zorggerelateerde preventie

Slide 16 - Quiz

Andere indeling adhv ziektefase
Primair
Secundair
Tertiair

Slide 17 - Slide

Stappenplan (1)
Stap 1. Probleem analyse: verzamelen van gegevens. 
Stap 2. Gedragsfactoren bepalen.
Om het gedrag van een zorgvrager te beïnvloeden, 
moet je leren vaststellen welke factoren dat gedrag
bepalen. 

Slide 18 - Slide

Mevrouw de Rooij heeft diabetes en eet niet gezond. Haar gedrag heeft verschillende redenen. De echtgenoot van mevrouw de Rooij eet 's avonds graag nog een snack. Van welke factor is hier sprake van?
A
Kennis en ervaring
B
Emoties
C
Sociale normen
D
Persoonlijke omstandigheden

Slide 19 - Quiz

Stappenplan (2)
Stap 3: doelen vaststellen








Stap 4. Uitvoeren
Gedragsveranderingsmodel van Balm
Stap 5. Evaluatie
Kennisdoel
Bij een kennisdoel vraag je jezelf af wat de zorgvrager door voorlichting van jou te weten moet komen. 
Houdingsdoel
Gedragsdoel

Slide 20 - Slide

Harika werkt als Eerst Verantwoordelijk Verzorgende (EVV) in een verpleeghuis. Het verpleeghuis beschikt over een aantal zorgappartementen voor senioren. Zo nodig bieden de verzorgenden van het verpleeghuis zorg aan de mensen in de zorgappartementen. Meneer Brandsen woont in een zorgappartement. Meneer Brandsen is een positief ingestelde, intelligente man en altijd in voor een grapje. Hij houdt van gezelligheid. Iedere avond drinkt hij met twee buurmannen een biertje. In de familie van meneer Brandsen komen veel hart- en vaatziekten voor. Meneer Brandsen heeft al jaren een te hoog cholesterol, maar het lijkt of hij maar weinig doet met deze wetenschap. Hij houdt van ‘gezellig’ eten en let daarbij totaal niet op de hoeveelheid vetten die hij binnen krijgt. Het ontbijt en de lunch regelt meneer Brandsen zelf. De avondmaaltijd ontvangt hij via het verpleeghuis.

Meneer Brandsen eet ’s ochtends en ’s middags regelmatig samen met de buren. Ook zij letten niet op gezonde voeding.
Als Harika op een keer avonddienst heeft, hoort ze dat er ’s middags een ambulance is gebeld voor meneer Brandsen. Meneer had pijn op de borst. Het bleek een aanval van angina pectoris te zijn. Meneer Brandsen hoefde niet mee naar het ziekenhuis. Wel moet hij een afspraak maken met de cardioloog. Als Harika bij meneer Brandsen komt, treft ze een hevig geschrokken man aan. ‘Misschien is het nu toch tijd dat ik beter nadenk over wat ik eet en drink, voordat ik mijn vader achterna ga’, zegt hij. 'Mijn vader is te jong overleden aan de gevolgen van een hoog cholesterol', zegt hij verder. Harika spreekt met hem af dat ze meneer Brandsen morgen (opnieuw) voorlichting zal geven over cholesterol.

Slide 21 - Slide

Welke doelen zou je kunnen stellen voor de voorlichting aan meneer Brandsen?

Slide 22 - Open question

Gedragsveranderingsmodel van Balm
Fase 1. Openstaan 
Aandacht door de zorgvrager en tijd die jij hebt.
Fase 2. Begrijpen
Stem de voorlichting af op de kennis en begripsniveau van de zorgvrager. Stel controle vragen
Fase 3. Willen
De zorgvrager motiveren om het gedrag te veranderen. 
Fase 4. Kunnen
De zorgvrager moet sterk genoeg zijn om te kunnen veranderen.
Fase 5. Doen
Vraag de zorgvrager welke problemen hij verwacht bij het nieuwe gedrag en bespreek dit. 
Fase 6. Volhouden

Slide 23 - Slide

Je bent verzorgende bij de thuiszorg van mevrouw Pietersen, die de laatste tijd last heeft van 'dropattacks': ze valt soms door een kort bewustzijnsverlies. Een van de doelen in het stappenplan is haar voor te lichten over het dragen van een rode alarmknop. Mevrouw Pietersen wil er (voorlopig) niet aan: 'Ik ben altijd zelfstandig geweest. En ik ben misschien koppig, maar zo ben ik nou eenmaal.'

Waar richt jij jouw voorlichting op?
A
Openstaan
B
Begrijpen
C
Willen
D
Doen

Slide 24 - Quiz

Digibib-opdracht Adviseert en instrueert over preventie(alleen voor VIG-studenten)
Lees de digibib-opdracht door en noteer eventuele vragen.
Bespreek met een medestudent wat je moet doen in deze opdracht.
Maak een tijdsplanning voor jezelf.

Inleverdatum: 11 april.

Slide 25 - Slide

Terugblik op deze les

Slide 26 - Slide