"Je gaat een kort mailtje (40 woorden) schrijven naar een Franse vriend(in) waarin je vertelt dat je niet meer bij hem/haar in de vakantie kan komen, omdat er iets met jou is gebeurd."
Begroet jouw vriend(in)
Vertel dat je niet (meer) kan komen in de vakantie
Vertel wat er met jou is gebeurd (Ben je ziek? Heb je een blessure? Hoe heb je dat gekregen? Heb je al een doktersafspraak gemaakt?)
Stel voor wat jullie wél in de vakantie zouden kunnen doen
Gebruik 2x de passé composé.
Gebruik 1x de ontkenning(ne...pas/plus/jamais)
Sluit netjes af.
Slide 38 - Slide
Les devoirs
(het huiswerk)
Apprenez voca A & B & les phrases C
Regardez la vidéo:
https://www.youtube.com/watch?v=l80jOfze_Ew
Slide 39 - Slide
Aujourd'hui
Vocabulaire B
Bron C phrases-clés
Les buts:
- je kunt vertellen dat je ziek bent en waar je last van hebt
- je kunt de ontkenning gebruiken
Slide 40 - Slide
Ontkenning (herhaling)
In het Frans bestaat de ontkenning uit twee woorden:
ne / n' & pas
Slide 41 - Slide
Ontkenning (herhaling)
In het Frans bestaat de ontkenning uit twee woorden:
ne / n' & pas
Ne staat vóór de persoonsvorm & pas komt erachter
Je ne regarde pas la télé
Let op: ne verandert in n' voor een klinker / h
Slide 42 - Slide
Ontkenning (herhaling)
C'est wordt ce n'est pas
il y a wordt il n'y a pas
Slide 43 - Slide
Andere ontkenningen
ne ... plus = niet meer
ne ... jamais = nooit
ne ... rien = niets
ne ... pas encore = nog niet
Deze gaan op precies dezelfde manier als ne ... pas
Slide 44 - Slide
la santé
l'hôpital
le médicament
tomber malade
la maladie
le médecin
le mal
de gezondheid
het ziekenhuis
de dokter
ziek worden
de ziekte
het medicijn
de pijn
Slide 45 - Drag question
Hoe vertaal je: Jij eet niets.
A
Tu ne manges rien.
B
Tu ne manges pas encore.
C
Tu manges rien.
D
Tu ne manges plus.
Slide 46 - Quiz
fiche d'identité
prénom: Lucas
santé: 3 pizzas, deux hamburgers, dix pains au chocolat
sport: jamais
Slide 47 - Slide
Wat zou het antwoord van Lucas zijn op deze vraag: Lucas tu fais du sport au moins trois fois par semaine?