3.2 Industrialisatie


Nieuwe Grondwet
1848
1 / 28
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo k, mavoLeerjaar 2

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson


Nieuwe Grondwet
1848

Slide 1 - Slide

0

Slide 2 - Video

Burgers en stoommachines

Industrialisatie 

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Leerdoelen
Aan het eind van deze les...

  • ken je de begrippen industriële revolutie, kinderarbeid, huisnijverheid en urbanisatie. (R)

  • kun je herkennen en uitleggen hoe de arbeiders in de 19e eeuw leefden. (T1)

  • kun je kenmerken van de woon- en werkomstandigheden van de arbeiders herkennen en uitleggen in bronnen.  (T2)

  • kun je beoordelen of de industriële revolutie vooral postieve of vooral negtieve gevolgen heeft gehad. (I)

Slide 5 - Slide


Stoommachine
rond 1764 




  • De eerste werkende stoommachine van de Industriële Revolutie was die van Thomas Newcomen rond 1705
  • Pas door de verbeteringen van James Watt kon de stoomachine pas echt worden ingezet.




De Engelsman James Watt voerde een aantal belangrijke veranderingen door in Newcomen's stoommachine waardoor het gebruik en de inzet makkelijker werden.

Slide 6 - Slide


Veranderingen door 
de stoommachine 




  • Leegpompen van mijnen, waardoor je dieper de grond in kunt (grondstoffen)
  • Oude energiebronnen (wind-, spier- en waterkracht) worden langzaam vervangen
  • Stoommachine is overal te plaatsen







Doordat de vraag naar delfstoffen (ijzer en steenkool voor de machines) sterk toenam, moest er steeds dieper worden gegraven. Met stoommachines werd het grondwater weggepompt.

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video


Industriële Revolutie
1750-1900




  • Door de komst van de machines verandert de manier waarop mensen produceren: van handmatig naar machinaal
  • De verandering noemen we de Industriële Revolutie
  • Begint bij de uitvinding van de stoommachine.









Niet alleen de manier van produceren verandert enorm: ook de komst van stoomtreinen brengt grote veranderingen in het vervoer van mensen en goederen.

Slide 9 - Slide

van kleinschalige handmatige productie in de huis...
... naar grootschalige machinale productie in fabrieken

Slide 10 - Slide

Gevolgen van de industrialistatie

  • Huisnijverheid (gedaan door boeren) kan niet meer concurreren tegen de fabrieken.

  • Arbeiders trekken naar de stad: urbanisatie

  • Steden groeien erg snel

  • Maken opdracht 2 pagina 48

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Welke negatieve gevolgen van
urbanisatie zie je op het schilderij
hiernaast? Noem er twee.

Slide 13 - Open question

Werkomstandigheden
  • Saaaaaaaai (door arbeidsdeling/lopende band)

  • Lange werkdagen (14 uur per dag)
  • Gevaarlijk

  • Geen enkel recht

  • Lage lonen (bij fouten: loon inhouden)

  • Maken opdracht 3 en 4 pagina 48

Slide 14 - Slide

Kinderarbeid
  • Goedkope arbeidskrachten

  • Ze zijn nog jong: je hebt er nog lang wat aan

  • Ze zijn goedkoper

  • Hun kleine handen kunnen beter op plekken tussen machines

  • Maken opdracht 5 pagina 49

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Woonomstandigheden
  • Slechte woningen (snel gebouwd dus: haastige spoed...)

  • Panden die niet als woning zijn bedoeld (zoals kelderwoningen)

  • Dichtbij fabrieken

  • Slechte hygiëne, riolering en watervoorzieining

Slide 17 - Slide


In delen van Noord- en Oost-Nederland was het trouwens niet veel beter...

Slide 18 - Slide

Maken opdracht 6 pagina 49

Slide 19 - Slide

Begrippen uit deze les
  • Industriële Revolutie
  • Stoommachine
  • kinderarbeid
  • urbanisatie
  • huisnijverheid

Slide 20 - Slide

Jaartallen uit deze les

1764: Uitvinding stoommachine
1750-1900: Industriële Revolutie

Slide 21 - Slide

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd

Slide 22 - Open question

Stel 1 vraag over iets dat je deze les nog niet zo goed hebt begrepen

Slide 23 - Open question

Video
Histoclips: De industriële revolutie

Slide 24 - Slide

0

Slide 25 - Video

Slide 26 - Slide

Welk begrip hoort bij deze betekenis:
Periode van grote en snelle verandering in West-Europa door de komst van industrie; deze periode duurde van 1760 tot 1850.
A
Industrialisatie
B
Kapitalisme
C
Industriële revolutie
D
Monarchie

Slide 27 - Quiz

Wat is industrialisatie?
A
Een periode van grote en snelle verandering door de komst van industrie.
B
Het ontstaan van industrie (fabrieken) in een gebied waar eerst vooral landbouw was.
C
Een speciale dans.
D
Mensen die in fabrieken werken.

Slide 28 - Quiz