7.2 Het ancien regime

1 / 22
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

KA: voortbestaan van het ancien regime met pogingen om het op eigentijdse verlichte wijze vorm te geven (verlicht absolutisme)
Ancien Regime en Verlicht Absolutisme
Ancien = Oud

Denk aan het Engelse woord Ancient.
Regime = Machtsstructuur.

Ancien Regime = Oude machtsstructuur

 dat was de standenmaatschappij

Een paar absolute koningen gaan Verlicht denken en regeren.

Slide 2 - Slide


Het Ancien Régime

Het Ancien Regime was de oude standenmaatschappij van Frankrijk waarbij de koning boven de standen staat en de meeste macht had. 

Slide 3 - Slide

Frankrijk was een standenmaatschappij. Op welke volgorde waren de standen ingedeeld?
A
Burgers-Adel-Geestelijkheid
B
Adel-Geestelijkheid-Burgers
C
Geestelijkheid - Burgers- Adel
D
Geestelijkheid - Adel - Burgers

Slide 4 - Quiz

Koning Lodewijk XIV regeerde. Welk woord past het beste bij hem?
A
monarchie
B
democratie
C
absolutisme
D
dictatuur

Slide 5 - Quiz

Kritiek op het bestuur, mede door de verspreiding van verlicht ideeën.
Hoe bereikte je het volk?




  • Niet iedereen kon lezen, zeker niet in de 3e stand. 
  • Maar spotprenten? Die begreep iedereen!


Geestelijkheid
De 1e stand
Adel
De 2e stand
De 3e stand
Alle mensen die niet bij de 1e of 2e stand horen.

Slide 6 - Slide

Wat vertelt deze spotprent?

Slide 7 - Open question

Zet de kenmerken van de Verlichting in het Schema 
Sociaal
Godsdienst
Economie
Politiek
Scheiding kerk en staat
Vrijheid
Vrije handel
Scheiding der machten
Religieuze tolerantie
Eigenbelang
Gelijkheid
Volkssoevereiniteit

Slide 8 - Drag question

Frederik van Pruissen
1712-1786. Hij regeerde vanaf 1740 in Pruissen.

Verlicht absolute vorst

Slide 9 - Slide

Welke uitspraak hoort bij Frederik van Pruisen?
A
Durf te denken!
B
De staat, dat ben ik!
C
Alles voor het volk, niets door het volk
D
Vrijheid, gelijkheid, broederschap

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Wat betekent het term "ancien régime"?
A
De regeringsperiode van Napoleon Bonaparte.
B
De democratische regeringsvorm in Frankrijk voor de Revolutie.
C
Het bestuur vóór een democratische revolutie in Frankrijk.
D
De periode na de Franse Revolutie.

Slide 15 - Quiz

Wie was de succesvolste vertegenwoordiger van het verlicht absolutisme?
A
Lodewijk XVI van Frankrijk.
B
Frederik de Grote van Pruisen.
C
Catharina de Grote van Rusland.
D
Willem V van Oranje-Nassau.

Slide 16 - Quiz

Welke vorst correspondeerde met Voltaire en stond bekend als de 'eerste dienaar van de staat'?
A
Lodewijk XIV van Frankrijk.
B
Frederik de Grote van Pruisen.
C
Catharina de Grote van Rusland.
D
Willem V van Oranje-Nassau.

Slide 17 - Quiz

In de Franse standenmaatschappij, wie hadden nauwelijks belasting te betalen vanwege hun 'hoge' geboorte?
A
De bourgeoisie
B
De arbeiders
C
De adel en geestelijkheid
D
De boeren

Slide 18 - Quiz

Hoeveel procent van hun opbrengst moesten sommige Franse boeren afstaan aan hun heer, de kerk en de overheid?
A
Ongeveer 30%
B
Rond de 50%
C
Tot wel 70%
D
Minder dan 20%

Slide 19 - Quiz

Welke Russische heerser probeerde verlicht absolutisme door te voeren maar slaagde er uiteindelijk weinig in door tegenstand van de elite?
A
Frederik Hendrik
B
Lodewijk XIV
C
Frederik de Grote
D
Catharina de Grote

Slide 20 - Quiz

Hoe verdienden de Nederlandse regenten in de Republiek hun rijkdom tijdens het ancien régime?
A
Door handel en nijverheid.
B
Door grote bedragen aan de overheid te lenen en rente te ontvangen.
C
Door belasting te heffen op de arbeiders en boeren.
D
Door hervormingen in de landbouw.

Slide 21 - Quiz

Heb je vragen over het ancien regime en de rol van Frankrijk, Pruisen en Republiek hierbij?

Slide 22 - Mind map