Les 1 Een stroomkring maken

Een stroomkring maken
1 / 23
next
Slide 1: Slide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Een stroomkring maken

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

4.1 Een stroomkring maken
Lesdoelen:
Je kan aangeven wat er nodig is voor een stroomkring.
Je weet wat geleiders en isolatoren zijn.
Je kan een ampèremeter juist aflezen.
Je weet hoe een reedcontact werkt.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Elektriciteit

Slide 3 - Mind map

This item has no instructions

Slide 4 - Link

This item has no instructions

Voor een stroomkring heb je nodig:
- een spanningsbron (hier de batterij)
- verbindingen (hier de snoeren)
- een apparaat (hier het lampje)

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Slide 7 - Video

This item has no instructions

Wat is stroom?
Het verplaatsen van lading in een geleider

"Wat is wind?": verplaatsen van lucht

Slide 8 - Slide

Je kan de effecten zien, niet de wind of de stroom zelf.

Staat er een muur in de weg? dan gaat de wind er niet doorheen.

Stroom beweegt enkel door geleiders
Geleiders en isolatoren
Geleiders geleiden elektrische stroom goed:
V.b.; alle metalen, koolstof, water met zout.

Isolatoren laten haast geen elektrische stroom door. 
V.b. Glas, rubber, plastic, hout.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Schakelaar

Slide 11 - Slide

Openen en sluiten van een stroomkring
Glas geleidt elektriciteit.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Ijzer geleidt elektriciteit.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Sommige stoffen geleiden elektriciteit slecht. Het zijn isolatoren.
Welke twee stoffen zijn isolatoren?

A
Glas en rubber
B
Glas en lood
C
Aluminium en lood
D
Aluminium en rubber

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

De stroomsterkte meten

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

De stroomsterkte meet je met een ampèremeter of stroommeter.

Grootheid:  Stroomsterkte, symbool I

Eenheid: ampère waarvoor je de letter A gebruikt

Voorbeeld: 0,250 A of 250 mA


Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Oefenvragen
Neem over en reken om:

30 A =..........mA
562 mA =.....A
0,2 mA = .........A

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Lees de stroommeter af

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Lees de stroommeter af

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Slide 20 - Video

This item has no instructions

Wat is de aanwijzing van de stroommeter?
A
4 A
B
4 V
C
0,4 A
D
0,4 I

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Slide 22 - Link

Opdracht:
maak een stroomkring met een lampje, een batterij en een schakelaar en doe het lampje aan en uit
Afsluiting
Wat is er nodig is voor een stroomkring?
Wat zijn geleiders en isolatoren? Voorbeelden?
Hoe lees je een ampèremeter af?


Lees paragraaf 4.1, inclusief de extra stof en maak: 
opdracht 1 t/m 5

Slide 23 - Slide

This item has no instructions