Schrijf een verhaaltje van ongeveer 75 woorden over je eigen verleden. Schrijf in de
imperfecto en gebruik daarbij de tijdsmarkeringen die bij deze tijd horen (pag. 94)
antes, cuando, de niño, de jóven, enz.
Gebruik daarnaast zoveel mogelijk andere grammaticaonderdelen van dit hoofdstuk: como, porque, por eso, en cambio, además, ya no, enz.
In het boek staan genoeg voorbeelden. Lever het deze week tijdens de les in of via mail voor aanstaande vrijdagavond 23.59, dan krijg je het volgende week maandag gecorrigeerd terug.